KT2: Taalverzorging: grammatica: Alles door elkaar
1 / 33
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
pv: ?
Gisteren hebben we een moeilijke toets gemaakt
Gisteren hebben we een moeilijke toets gemaakt
Slide 4 - Question ouverte
gez: ?
Gisteren hebben we een moeilijke toets gemaakt
Gisteren hebben we een moeilijke toets gemaakt
Slide 5 - Question ouverte
ow: ?
Gisteren hebben we een moeilijke toets gemaakt
Gisteren hebben we een moeilijke toets gemaakt
Slide 6 - Question ouverte
pv: ?
Marie bakt een taart voor haar moeder
Marie bakt een taart voor haar moeder
Slide 7 - Question ouverte
gez: ?
Marie bakt een taart voor haar moeder
Marie bakt een taart voor haar moeder
Slide 8 - Question ouverte
ow: ?
Marie bakt een taart voor haar moeder
Marie bakt een taart voor haar moeder
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Pv: ?
Kim heeft met haar kleine zusje een taart gebakken
Kim heeft met haar kleine zusje een taart gebakken
Slide 11 - Question ouverte
wg: ?
Kim heeft met haar kleine zusje een taart gebakken
Kim heeft met haar kleine zusje een taart gebakken
Slide 12 - Question ouverte
ow: ?
Kim heeft met haar kleine zusje een taart gebakken
Kim heeft met haar kleine zusje een taart gebakken
Slide 13 - Question ouverte
lv: ?
Kim heeft met haar kleine zusje een taart gebakken
Kim heeft met haar kleine zusje een taart gebakken
Slide 14 - Question ouverte
pv: ?
Morgen moet je hem maar gaan helpen.
Morgen moet je hem maar gaan helpen.
Slide 15 - Question ouverte
gez: ?
Morgen moet je hem maar gaan helpen.
Morgen moet je hem maar gaan helpen.
Slide 16 - Question ouverte
ow: ?
Morgen moet je hem maar gaan helpen.
Morgen moet je hem maar gaan helpen.
Slide 17 - Question ouverte
lv: ?
Morgen moet je hem maar gaan helpen.
Morgen moet je hem maar gaan helpen.
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
pv: ?
De leraar moest haar de iPod teruggeven
De leraar moest haar de iPod teruggeven
Slide 20 - Question ouverte
gez: ?
De leraar moest haar de iPod teruggeven
De leraar moest haar de iPod teruggeven
Slide 21 - Question ouverte
ow: ?
De leraar moest haar de iPod teruggeven
De leraar moest haar de iPod teruggeven
Slide 22 - Question ouverte
lv: ?
De leraar moest haar de iPod teruggeven
De leraar moest haar de iPod teruggeven
Slide 23 - Question ouverte
mv: ?
De leraar moest haar de iPod teruggeven
De leraar moest haar de iPod teruggeven
Slide 24 - Question ouverte
Slide 25 - Diapositive
pv: ?
Door het droge voorjaar is het waterpeil gezakt.
Door het droge voorjaar is het waterpeil gezakt.
Slide 26 - Question ouverte
gez: ?
Door het droge voorjaar is het waterpeil gezakt.
Door het droge voorjaar is het waterpeil gezakt.
Slide 27 - Question ouverte
ow: ?
Door het droge voorjaar is het waterpeil gezakt.
Door het droge voorjaar is het waterpeil gezakt.
Slide 28 - Question ouverte
lv: ?
Door het droge voorjaar is het waterpeil gezakt.
Door het droge voorjaar is het waterpeil gezakt.
Slide 29 - Question ouverte
mv: ?
Door het droge voorjaar is het waterpeil gezakt.
Door het droge voorjaar is het waterpeil gezakt.
Slide 30 - Question ouverte
bwb: ?
Door het droge voorjaar is het waterpeil gezakt.
Door het droge voorjaar is het waterpeil gezakt.
Slide 31 - Question ouverte
Slide 32 - Diapositive
Waar moet je nog mee oefenen?
pv, gez, ow, lv, mv, bwb,
pv, gez, ow, lv, mv, bwb,
