Woordenschat 3.5

Woordenschat 3.5
3 TL 6 december 2023
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat 3.5
3 TL 6 december 2023

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen vandaag
1) Je benoemt wat er bedoeld wordt met woordenschat.
2) Je legt uit waarom woordenschat belangrijk is.
3) Je oefent met nieuwe woorden in bestaande zinnen.
4) Je legt uit wat de betekenis is van de behandelde woorden.
5) Je reflecteert op de les en de kennis die je hebt opgedaan. 


Slide 2 - Diapositive

Wat is woordenschat?

Slide 3 - Carte mentale

Wat verstaan we onder woordenschat?


De woordenschat bestaat uit het totaal aantal woorden dat een persoon kent. Bij woorden die iemand zelf gebruikt spreken we van een actieve woordenschat. Woorden die iemand wel begrijpt maar niet gebruikt, vallen onder receptieve woordenschat.

Slide 4 - Diapositive

Waarom en waarvoor is woordenschat belangrijk?

Slide 5 - Question ouverte

Nieuwe woorden....


Of ken jij deze al? Dat gaan we checken!

Slide 6 - Diapositive

Zin 1
'Oh nee! Er is geen koffie meer.' 
'Tsja, een alternatief zou thee kunnen zijn.'

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Zin 2
'Wij hopen als leerlingenraad dat er genoeg draagvlak bij de directie is om gratis thee en koffie aan te bieden.'

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Zin 3
'Echt wel! Dit zou een mooi initiatief zijn om de dag mee te starten!' 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Zin 4
'Wij vermoeden dat de meeste leerlingen zich hierachter kunnen scharen.' 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Zin 5
'Gratis koffie en thee geeft tenslotte een gevoel van thuiskomen.'

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

En dan nu ten slotte deze zin
'Koffie en thee komen het welzijn ten goede'

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

En dan nu...
Zelf bedenken, zonder context...

Slide 19 - Diapositive

Aandoenlijk

Slide 20 - Question ouverte

Continu

Slide 21 - Question ouverte

Cruciaal

Slide 22 - Question ouverte

Impuls

Slide 23 - Question ouverte

Sporadisch

Slide 24 - Question ouverte

Waar sta je nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

Wie gaat wat doen van 3.5?
1/2:Verdrietige of sippe hoofdjes --> Maken opdracht 3a en 3b
3: Neutrale koppies -->  Maken opdracht 4 en 5
4/5:Blije eieren --> Maken opdracht 6
timer
6:00

Slide 26 - Diapositive

Alle hoofdjes
Opdracht 7A en 9 maken van 3.5
timer
10:00

Slide 27 - Diapositive

Leerdoelen vandaag
1) Je benoemt wat er bedoeld wordt met woordenschat.
2) Je legt uit waarom woordenschat belangrijk is.
3) Je oefent met nieuwe woorden in bestaande zinnen.
4) Je legt uit wat de betekenis is van de behandelde woorden.
5) Je reflecteert op de les en de kennis die je hebt opgedaan. 


Slide 28 - Diapositive

Wat neem je vandaag mee?
Ik weet wat woordenschat is en waarom dit belangrijk is.
Ik leer nieuwe woorden vooral in een bestaande context.
Ik leer nieuwe woorden vooral door veel te oefenen in het boek/online.
Ik moet echt meer Nederlandse boeken/tijdschriften/ artikelen enz gaan lezen.

Slide 29 - Sondage

Oke doei!

Slide 30 - Diapositive