p2w3 Rekenen met schaal en referentiematen

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Pak methode, papier, rekenmachine

Telefoon in je tas

1. Rondje: planning + vragen?  

2. Instructie:  terugblik 2.7 (n3) en 2.8 (n4) 

3. Verlengde instructie of zelfstandig

Kleine pauze

4.  Instructie : rekenen met schaal N3 = 2.8, 

n4 = 2.9

5.  Verlengde instructie of zelfstandig

6. Afsluitende opdracht

TOETS NA KERSTVAKANTIE

Rondje: 

- laten zien huiswerk gemaakt/niet gemaakt. Wie in boek?

Rekenen met schaal (n3: 2.8 en n4: 2.9)

• Je leert rekenen met schaal.
  
• Je leert voorwerpen in verhouding vergroten en verkleinen.

a. Wat is de oppervlakte van deze (kleine) foto?

b. Wat zijn de afmetingen van de vergrote foto?
c. Wat is de oppervlakte van de vergrote foto?

d. Hoeveel keer groter is de oppervlakte van de vergrote foto?

a. Oppervlakte van de kleine foto = 10 x 15 = 150 cm2
b. Afmetingen van de vergrote foto 30 cm bij 45 cm
c. Oppervlakte vergrote foto  30 x 45 = 1350cm2

d. Hoeveel keer zo groot is deze oppervlakte ten opzicht van de kleine foto? 1350 : 150 = 9

Dus 9 keer zo groot

Uitleg rekenen met schaal

Gebruik een verhoudingstabel!

De auto op de

foto is 44mm lang

Welke schaal is gebruikt?

• 1 mm op de tekening is in werkelijkheid 100mm. Schaal = 1:100
  

tekening in mm	44	1
werkelijkheid in mm	4400	?

Oefenen

De fiets is in werkelijkheid ..... cm

Verlengde instructie/zelfstandig

2.9 Rekenen met schaal 

2.9 (n3) /2.10 (n4) Referentiematen

Doel: 

- schattingen maken met referentiematen voor oppervlakte en inhoud

Referentiematen

Gebruik je om te schatten (zie ook 1.6). 

Een aantal belangrijke referentiematen voor lengte zijn:

• Een volwassen man is ongeveer 1,80 m lang.
  
• De hoogte van een deur is ongeveer 2 m.
  
• Een verdieping van een gebouw is ongeveer 3 m hoog.

Referentiemaat oppervlakte: voetbalveld 0,5 ha (=hm2)

Oppervlakte van een A4:  

1/16e deel van een 1 m² (= 625 cm²).

De inhoud van een kopje is 200 mL.

De inhoud van een emmer is 10 liter.

Verlengde instructie/opdrachten

2.9/2.10 Referentiematen 

Afrondende opdrachten

Stel.....dit lokaal is een zwembad.

• Hoeveel liter water past hier dan in?

• Inhoud: l x b x h
• Referentiemaat hoogte verdieping ....?
• Hoe kun je lengte en breedte meten/schatten?

• Hoeveel gewicht drukt dan op de vloer?
  
• En als we het gewicht van ons (schatten!) meerekenen?

Referentiematen toepassen

• Hoogte van een verdieping = 3m
• 4 verdiepingen = 12m hoog
• Breedte = iets breder dan hoog = 15 m
• Breedte en lengte = gelijk
• Inhoud = 12 x 15 x 15 = 2.700m3

Referentiematen toepassen

• Hoogte van een verdieping = 3m
• 4 verdiepingen = 12m hoog
• Breedte = iets breder dan hoog = 15 m
• Breedte en lengte = gelijk
• Inhoud = 12 x 15 x 15 = 2.700m3