Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Rekenen 2.9 en 2.10
2.9 Rekenen met schaal
2.10 Referentiematen
Slide 1 - Diapositive
2.9 Rekenen met schaal
Rekenen met schaal gebruik je wanneer je voorwerpen/afbeeldingen vergroot of verkleint.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Question ouverte
2.10 Referentiematen
Om schattingen te kunnen maken is het belangrijk bekende aantallen en hoeveelheden te weten.
Zo’n maat heet een referentiemaat.
(zie ook 1.6)
Slide 6 - Diapositive
Hoe zat het ook alweer... Hoe lang is een volwassen man ongeveer?
Slide 7 - Question ouverte
De verdieping van een gebouw is ongeveer ..... cm
Slide 8 - Question ouverte
De inhoud van een emmer is ongeveer ...
Slide 9 - Question ouverte
De oppervlakte van een voetbalveld is ongeveer ....
Slide 10 - Question ouverte
Als je wandelt, wandel je ongeveer ..... km/uur
Slide 11 - Question ouverte
Een appel heeft ongeveer 300 cm3 vruchtvlees. Als de appel van keramiek op de foto echt zou zijn, hoeveel dm³ vruchtvlees zou deze appel dan ongeveer hebben?
A
100 dm²
B
1000 dm²
C
500 dm²
D
5000 dm²
Slide 12 - Quiz
Succes met oefenen online!
De volgende les staat de toets van Domein 2 op de planning.