2.9 en 2.10 Rekenen met schaal en referentiematen

Rekenen
2.9 Rekenen met schaal
2.10 Referentiematen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Rekenen
2.9 Rekenen met schaal
2.10 Referentiematen

Slide 1 - Diapositive

Programma
Terugblik
Instapsom
Oriëntatie
Uitleg
Oefenen
Opdrachten maken
Evaluatie / bespreken

Slide 2 - Diapositive

Terugblik

Slide 3 - Diapositive

Instapsom
  • Zijn zoon krijgt ½
  • Zijn kleindochter ¼ 
  • Zijn broer 1/6
  • Gelijkwaardig maken -> 12e
  • Oftewel, 11/12 van de erfenis is vergeven. 
  • Dus 1/12 is voor de kippen. 
  • Als 1/12 gelijk staat aan 1000 euro, dan weet je dat de totale erfenis 12.000 euro is. 

Slide 4 - Diapositive

Oriëntatie
  • Je leert rekenen met schaal.
  • Je leert voorwerpen in verhouding vergroten en verkleinen.
  • Je leert schattingen maken met referentiematen voor oppervlakte en inhoud.

Slide 5 - Diapositive

Uitleg rekenen met schaal
Bij het rekenen met schaal kun je een verhoudingstabel gebruiken.

De auto op de
foto is 44mm lang

Welke schaal is gebruikt?

Slide 6 - Diapositive








  • 1 mm op de tekening is in werkelijkheid 100mm. Schaal = 1:100
tekening in mm
44
1
werkelijkheid in mm
4400
?

Slide 7 - Diapositive






  • Bereken de oppervlakte van de vergrote foto.
  • 10 x 3 = 30 , 15 x 3 = 45 -> 30 x 45 = 1350cm2

  • Hoeveel keer zo groot is deze oppervlakte ten opzicht van de kleine foto?
  • Oppervlakte was 10 x 15 = 150 cm2, nu: 1350 cm2. 1350 : 150 = 9
  • Dus 9 keer zo groot

Slide 8 - Diapositive

Oefenen





De fiets is in werkelijkheid ..... cm
  • 195cm

Slide 9 - Diapositive

Referentiematen (herhaling)
Om schattingen te kunnen maken heb je referentiematen nodig (zie ook 1.6). 

Om oppervlakte of inhoud te schatten gebruik je vaak referentiematen voor lengte.

Een aantal belangrijke referentiematen voor lengte zijn:
  • Een volwassen man is ongeveer 1,80 m lang.
  • De hoogte van een deur is ongeveer 2 m.
  • Een verdieping van een gebouw is ongeveer 3 m hoog.













Slide 10 - Diapositive

Referentiematen (nieuw)
Een aantal belangrijke referentiematen voor oppervlakte en inhoud zijn:

  • De oppervlakte van een voetbalveld is 0,5 ha (50 × 100 m). Let op: dit is in werkelijkheid meer, maar bij rekenen gaan we uit van 0,5 ha.













Slide 11 - Diapositive

De oppervlakte van een A4 is het 1/16e deel van een 1 m² (= 625 cm²).

Slide 12 - Diapositive

De inhoud van een kopje is 200 mL.

Slide 13 - Diapositive

De inhoud van een emmer is 10 liter.

Slide 14 - Diapositive

Oefenen
Stel.....dit lokaal is een zwembad.

  • Hoeveel liter water past hier dan in?

  • Inhoud: l x b x h
  • Referentiemaat hoogte verdieping ....?
  • Hoe kun je lengte en breedte meten/schatten?

  • Hoeveel gewicht drukt dan op de vloer?
  • En als we het gewicht van ons (schatten!) meerekenen?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Referentiematen toepassen
  • Hoogte van een verdieping = 3m
  • 4 verdiepingen = 12m hoog
  • Breedte = iets breder dan hoog = 15 m
  • Breedte en lengte = gelijk
  • Inhoud = 12 x 15 x 15 = 2.700m3

Slide 17 - Diapositive

Opdrachten
2.9 Rekenen met schaal -> verkorte route!
2.10 Referentiematen -> verkorte route!

Slide 18 - Diapositive

Evaluatie / bespreken

Slide 19 - Diapositive