Basiszorg 1e jaar | Periode 2 | Lesweek 5

Vitale functies
Basiszorg 1e jaars | periode 2 | lesweek 5
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Vitale functies
Basiszorg 1e jaars | periode 2 | lesweek 5

Slide 1 - Diapositive

Vorige week
Hartslag & ademhaling

Hebben jullie hierover nog vragen?

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen | De student kan:

- Op basis van het verpleegplan de vitale functies en lichaamstemperatuur van de zorgvrager bewaken.
-Beschrijven hoe de lichaamstemperatuur geregeld wordt.
- De lichaamstemperatuur van een zorgvrager meten, interpreteren en actie ondernemen bij afwijkende waarden.
- Een zorgvrager met koorts verzorgen.
- De bloeddruk van een zorgvrager meten, interpreteren en actie ondernemen bij afwijkende waarden.
- De gegevens op de juiste manier registreren.

Slide 3 - Diapositive

Normaalwaarden vitale functies
Bloeddruk --> tensie --> RR --> 120/80 mmHg
Hartslag --> pols --> P --> 60-100 bpm
Temperatuur --> T --> 36,5 - 37,5 °C
Saturatie --> Sat -->  >95%
Ademhaling --> AH --> 12-20 pm
Bewustzijn --> Glasgow Come Scale --> GCS/EMV

Slide 4 - Diapositive

Temperatuur
Wanneer wordt gesproken over de lichaamstemperatuur, dan wordt over het algemeen de kerntemperatuur bedoeld. De kerntemperatuur is de temperatuur die heerst in de romp en de hersenen. De temperatuur van de ledematen en de huid (schiltemperatuur) is over het algemeen lager dan de kerntemperatuur.

Slide 5 - Diapositive

Heftige emoties zorgen ervoor dat er warmte wordt geproduceerd
Ja, dat klopt!
Nee, wat een onzin!

Slide 6 - Sondage

Productie warmte
- Lichamelijke activiteit
-  Spijsvertering
- Heftige emoties

Slide 7 - Diapositive

Op welke manier verlies je warmte?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe verlies je warmte?
- De huid
- Uitademingslucht
- Door urine en ontlasting

Slide 9 - Diapositive

Afwijkingen in de temperatuur
Ondertemperatuur: <36 graden.
Normale temperatuur: 36,5 tot 37,5 graden.
Verhoging (subfebriele temperatuur) 37,5 tot 38,0 graden.
Koorts: >38,0 graden.

Slide 10 - Diapositive

Oorzaak koorts

Slide 11 - Carte mentale

Koorts
Aangenomen wordt dat koorts bijdraagt aan het bestrijden van een infectie. Dit komt omdat koorts ervoor zorgt dat de stofwisseling sneller verloopt en de doorbloeding verbeterd. Hierdoor kunnen ziekteverwekkers makkelijker bestreden worden. Koorts op zichzelf is niet gevaarlijk. Het is wel belangrijk dat cliënten met koorts hun warmte voldoende kwijt kunnen en goed blijven drinken.


Slide 12 - Diapositive

Verpleegkundige interventie bij koorts

Slide 13 - Carte mentale

Hoe meet je de lichaamstemperatuur?
- Rectaal
- Oraal
- Tympaan
- Axillair

Slide 14 - Diapositive

Tensie (bloeddruk)
Bovendruk (systolische druk) -  Onderdruk (diastolische druk)

Een bloeddruk, oftewel tensie, wordt geschreven als mmHg (milimeters kwik).

De bovendruk is de druk op het moment dat het hart bloed in de slagaders pompt waardoor de druk stijgt. De onderdruk is de druk op het moment dat het hart ontspant tussen de hartslag, waardoor de druk in de slagaders afneemt.

Slide 15 - Diapositive

Bloeddruk interpreteren
Hypertensie:
- Systolisch > 140 mmHg
- Diastolisch > 90 mmHg

De bovendruk wordt vooral gezien als bepalend voor het risico op hart- en vaatziekten. Het starten van behandeling met medicijnen hangt daarom ook met name van de bovendruk af


Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Bloeddruk meten

Slide 18 - Diapositive

Automatische bloeddrukmeter
Kies de juiste maat bloeddrukband
Laat de patiënt bij voorkeur zitten
Niet bewegen en niet praten



Slide 19 - Diapositive

Contra-indicaties
Wonden aanwezig zijn
De arm gezwollen is
De arm verlamd is
De lymfeklieren in de oksel zijn verwijderd (okselkliertoilet)
Een infuus in de arm aanwezig is

Slide 20 - Diapositive

Bewustzijn
Normaal gesproken heeft een cliënt een helder bewustzijn. Dit wil zeggen dat prikkels uit de omgeving worden opgevangen en dat de cliënt reageert op wat om hem/haar heen gebeurt. Bij een helder bewustzijn reageert de cliënt op aanspreken en beantwoordt vragen adequaat.

Slide 21 - Diapositive

De vitale parameter bewustzijn zegt wat over het functioneren van ....
A
De ziel
B
de hersenstam
C
de hersenen
D
het geheugen

Slide 22 - Quiz

Oorzaken stoornis in bewustzijn
- Hersenletsel, bijvoorbeeld na een ongeluk.
- Problemen met ademhalen, dit geeft een langdurig gebrek aan zuurstof in de hersenen.
- Hartstilstand, doordat de circulatie niet adequaat is komt de zuurstofvoorziening van de hersenen in de problemen.
- Bepaalde ziekten, voorbeelden zijn epilepsie en diabetes mellitus

Slide 23 - Diapositive

Een (licht) verminderd bewustzijn
Lichte bewusteloosheid
Bewusteloosheid coma
Bewusteloos reageert wel op pijnprikkel
De patiënt reageert nergens op
Niet bewusteloos, maar bepaalde zintuigelijke waarnemingen worden niet goed verwerkt

Slide 24 - Question de remorquage

Glasgow Coma Scale (GCS) | EMV

Slide 25 - Diapositive

Hebben jullie nog vragen over de T, RR of bewustzijn?

Slide 26 - Question ouverte

Volgende week!
Menstruatie
Intimiteit en seksueel functioneren

Slide 27 - Diapositive