Het Afstellen van een Beitel op Centerhoogte op een Draaibank (school)

Het Afstellen van een Beitel op Centerhoogte op een Draaibank

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je een beitel  op centerhoogte afstellen op een draaibank.

Wat weet je al over het afstellen van een beitel op centerhoogte op een draaibank?

Welke onderdelen heb je nodig voor de afstelling?

De onderdelen die van belang zijn om de beitel aftestellen op centerhoogte.

Wat is Centerhoogte?

Centerhoogte verwijst naar de hoogte van het draaipunt van de draaibankas.

Waarom Belangrijk?

Een correct afgestelde beitel voorkomt trillingen, verbetert de snijkwaliteit en verlengt de levensduur van gereedschappen.

plaatje 1: beitel staat te laag onder hartlijn. Witte lijn is hartlijn rode lijn geeft lijn beitel aan. Als je zo gaat draaien dan blijft er in het midden materiaal staan.

plaatje 2: beitel staat te hoog boven hartlijn. Witte lijn is hartlijn rode lijn geeft lijn beitel aan. Als je zo gaat draaien dan haal je niet al het materiaal met de punt van de beitel weg en dan ga je duwen met vrijloop van de beitel in je materiaal. (vorige les over beitelhoeken en hoe dat werkt).

Plaatje 3: Beitel staat hier op de hartlijn nu snij je al het materiaal weg met de punt van de beitel.

Stap 1: Voorbereiding

1  Zorg dat de draaibank is uitgeschakeld en dat het gereedschap veilig kan worden aangepast.

in dit filmpje wordt uitgelegd wat de centerhoogte is en hoe je de beitel daarop kan afstellen.

Werkvolgorde beitel op centerhoogte zetten

2 De beitelhouder met beitel wordt in de beitelhouderklem gezet.

3 Draai de beitelhouderklem zo dat de punt van de beitel de punt van het (meedraaiend) center         in de losse kop kan raken.

4 Draai met de hoogte-verstelschroef van de beitelhouder de beitelpunt op dezelfde hoogte als      de punt van het (mee)draaiend center in de losse kop. Deze punt is precies de centerhoogte.

5 Draai de contramoer op de hoogte-verstelschroef vast lostrillen te voorkomen, waardoor de          van de beitel tijdens het draaien kan veranderen.

6 Hierna wordt de beitelhouder zo opgespannen dat de beitel haaks op de centerlijn staat.

met deze werkvolgorde kun je de opdracht uitvoeren aan de draaibank. Doe het daar een keer voor en stel vragen.

Zoals hoe heet dit onderdeel en wat is de volgende stap die ik moet doen. Op deze manier kun je zien of de leerlingen het snappen.

Stap 2: Plaatsing van de Beitel

2 De beitelhouder met beitel wordt in de beitelhouderklem gezet.

Stap 3/4: Afstellen op Centerhoogte

3 Draai de beitelhouderklem zo dat de punt van de beitel bijna de punt van het (meedraaiend) center in de losse kop kan raken

4 Draai met de hoogte-verstelschroef van de beitelhouder de beitelpunt op dezelfde hoogte als de punt van het (mee)draaiend center in de losse kop. Deze punt is precies de centerhoogte.

Vertel waarom de beitel bijna tegen het center aangezet moet worden en niet helemaal. Anders kan de punt van de beitel beschadigen.

Stap 5/6: beitel vast zetten en op de juiste plek zetten

5 Draai de contramoer op de hoogte-verstelschroef vast lostrillen te voorkomen, waardoor de van de beitel tijdens het draaien kan veranderen.

6 Hierna wordt de beitelhouder zo opgespannen dat de beitel haaks op de centerlijn staat.

Veiligheidstips

Zorg altijd voor dat tijdens het afstellen van de beitel op centerhoogte de machine uit staat

Uitleg aan de draaibank

Leg alle handelingen nog een keer aan de draaibank uit. Stel vragen aan de leerlingen als het goed is kunnen ze de werkvolgorde vertellen en de onderdelen benoemen. Dit kun je nu goed controleren.

Zelf proberen 

Bij vragen raadblaag eerst je mede klasgenoten. 

Als je klaar bent dan laat je het door de docent controleren.

Mochten er leerlingen zijn die de handeling snel onder de knie hebben dan kunnen ze beginnen met draaien. Terwijl de beitel op centerhoogte staat. mochten alle leerlingen zo ver zijn dan kan de docent het effect van dat de beitel niet goed staat laten zien aan de draaibank door dit voor te doen deze handelingen mogen de leerlingen niet zelf doen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.