Spelling mix oefeningen

Spelling mix oefeningen
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Spelling mix oefeningen

Slide 1 - Diapositive

Wanneer gebruik je een komma?
A
voor 'en' of 'of'
B
tussen twee persoonsvormen

Slide 2 - Quiz

Welke woorden en namen schrijf je met een hoofdletter?
pasen
kerstfeest
herfst
noord-ierse
myrthe
zuidwesten
jupiter
lindestraat
WEL een hoofdletter
GEEN hoofdletter

Slide 3 - Question de remorquage

Welke bijvoeglijke naamwoorden worden volgens dezelfde spellingregel gevormd? Maak de juiste combinaties.
effectief
net
zwaar
commercieel
dik
groot
ministerieel
productief

Slide 4 - Question de remorquage

Maak van de woorden tussen haakjes een passend bijvoeglijk naamwoord.
a De turnsters hebben een … (geweldig) prestatie geleverd op het WK.
b Het museum heeft een grote collectie van … (gips) beelden.
c Onze hond Ruba heeft een … (bacterieel) infectie opgelopen.
d Iedereen had het na de race over de … (dwaas) actie van de autocoureur.

Slide 5 - Question ouverte

a De turnsters hebben een geweldige prestatie geleverd op het WK.
b Het museum heeft een grote collectie van gipsen beelden.
c Onze hond Ruba heeft een bacteriële infectie opgelopen.
d Iedereen had het na  de race over de dwaze actie van de autocoureur.
 

Slide 6 - Diapositive

Noteer de correcte meervoudsvorm in de juiste kolom.
 banaan – duif – kans – kroket – ploeg – roos

kroket
duif
kans
roos
banaan
ploeg
alleen 'en' toevoegen
laatste letter verdubbelen + en toevoegen
klinker weglaten + 'en' toevoegen
medeklinker wijzigen + 'en' toevoegen
medeklinker wijzigen + klinker weglaten + 'en' toevoegen

Slide 7 - Question de remorquage

Noteer de juiste meervoudsvorm van de woorden tussen haakjes.
a In de gemeente Nissewaard staan vierhonderd … (huis) te koop.
b Veel mensen hebben nare … (droom) na een vervelende gebeurtenis.
c Zullen we straks even bij het hok van de … (hyena) kijken?
d Bleekselderij bevat weinig … (calorie).

Slide 8 - Question ouverte

a In de gemeente Nissewaard staan vierhonderd huizen te koop.
b Veel mensen hebben nare dromen na een vervelende gebeurtenis.
c Zullen we straks even bij het hok van de hyena’s kijken?
d Bleekselderij bevat weinig calorieën.

 

Slide 9 - Diapositive

Met welke uitgang maak je het verkleinwoord?
leuning
apparaat
film
slee
wandeling
trommel
- [je] 
- [kje] 
- [pje] 
- [tje] 
- [etje] 

Slide 10 - Question de remorquage

Noteer van de woorden tussen haakjes het verkleinwoord.
a Onder de persoonsvormen van de zin moet je een … (streep) zetten.
b In dit slootje zwemmen twintig glibberige … (paling).
c Bij deze pizzeria kun je een heerlijk … (pizza) met kaas eten.
d Iedereen vond het lastig, maar ik vond het een eenvoudig … (som).

Slide 11 - Question ouverte

a Onder de persoonsvormen van de zin moet je een streepje zetten.
b In dit slootje zwemmen twintig glibberige palinkjes.
c Bij deze pizzeria kun je een heerlijk pizzaatje met kaas eten.
d Iedereen vond het lastig, maar ik vond het een eenvoudig sommetje.


 

Slide 12 - Diapositive

Kies: au of ou.
…gustus
enth…siast
p…w
sch…w
bl…w
getr…wd
au
ou

Slide 13 - Question de remorquage

Kies uit: c, s, ss of sch
…entimeter
croi…ant
punai…e
medi…
spe…iaal
stewarde...en
nieuw...ierig
cri...is
c
s
ss
sch

Slide 14 - Question de remorquage