Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Welkom in de Middeleeuwen!
Les 1
Slide 1 - Diapositive
Onderdeel
Tijd
Uitleg module en oefening
30 minuten
Uitleg Karel de Grote
15 minuten
Werken aan weektaak 1
+/- 45 minuten
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Tijdvakken:
Monniken en ridders + Steden en staten
Slide 4 - Diapositive
Eindproduct
Test jezelf (60%)
Leerdoel 1 en 2
Instagram tijdlijn
Leerdoel 3
Slide 5 - Diapositive
Wat zien we op de plaatjes/filmpjes?
Je krijgt plaatjes en GIFS te zien.
Wat herken je uit de tijd van de Middeleeuwen?
Steek je vinger op als je het weet, je roept niet door de klas!
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Video
Histoclips: Karel de Grote
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Oefenen met de instagram tijdlijn
Slide 21 - Diapositive
Voeg jezelf toe aan de Classroom
Slide 22 - Diapositive
Oefenen met de instagram tijdlijn
Slide 23 - Diapositive
Doel van uitleg
Aan het eind van deze les kun je uitleggen hoe het rijk van de Franken door Karel de Grote werd bestuurd.
Slide 24 - Diapositive
Onrustige tijden in Europa
500-800
Na de val van het West-Romeinse Rijk waren er veel oorlogen
Reizen was gevaarlijk en de meeste mensen leefden in dorpjes.
Grote steden, zoals Rome, waren er niet (meer)
Slide 25 - Diapositive
Het Frankische Rijk
751-870
Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.
Slide 26 - Diapositive
Feodalisme (leenstelsel
Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
Daarom kreeg hij hulp van vazallen: mannen die met hem meevochten
Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen.
Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.
Slide 27 - Diapositive
De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.
Slide 28 - Diapositive
Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.
Het leven op een domein
Slide 29 - Diapositive
Weektaak 1
Je laat zien over welk rijk Karel de Grote heerste
Je laat zien hoe Karel de Grote zijn rijk bestuurde
Je laat zien welke plichten leenmannen hadden
Je laat zien hoe er politieke verdeeldheid ontstond na de dood van Karel de Grote
Je laat zien hoe een domein eruit zag
Minimale eisen
De woorden leenheer, leenman en feodalisme worden gebruikt
Minimaal 5 berichten
Tekstboek pagina 88 tot en met 90
Slide 30 - Diapositive
Het Frankische Rijk valt uiteen
Het rijk werd na de dood van Karel de Grote en zijn zoon Lodewijk de Vrome steeds meer verdeeld en verdeeld en verdeeld...
De edelen die deze gebieden bestuurden, 'vergaten soms maar even' dat zij dit gebied offcieel nog steeds in leen hadden van hun leenheer!
Of ze leenden het weer verder uit aan achterleenmannen...
Slide 31 - Diapositive
Wat is een goed voorbeeld van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.
Slide 32 - Quiz
Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.
Is deze uitspraak goed of fout? Karel de Grote wordt nu de leenheer van de leenman
A
Goed
B
Fout
Slide 33 - Quiz
Welke plicht heeft een leenman?
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Hij moet elke ochtend bijtijds opstaan.
C
Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.