cito begrijpend lezen E7 deel 2

cito begrijpend lezen E7 deel 2

Lees tekst 1
Wat past het beste op plaats 1?

1. gebeurtenis zich herhaalt
2. hoofdpersoon van leeftijd verandert
3. schrijver een terugblik geeft
4. volgorde in de tijd niet klopt

Wat past het beste op plaats 2?

1. afloop
2. gedachten
3. hoofdpersonen
4. verhaallijn

Wat past het beste op plaats 3?

1. is dat het duidelijkst voor de lezer
2. kun je dat later in het verhaal nog veranderen
3. moet je dat het hele verhaal volhouden
4. vinden lezers dat vaak verwarrend

Wat past het beste op plaats 4?

1. een aansprekend onderwerp
2. een duidelijke opbouw
3. een logisch einde
4. een pakkende titel

Wat past het beste op plaats 5?

1. geen vage
2. heel interessante
3. niet te veel
4. wel genoeg

Wat past het beste op plaats 6?

1. bereken dan of dit past
2. doe dat dan op elke bladzijde
3. maak ze dan niet te groot
4. verdeel ze dan goed over het verhaal

Wat past het beste op plaats 7?

1. Dat vind jij natuurlijk heel dom
2. En dat wil jij ook leren
3. Maar jij weet dat dit gebeurt
4. Ook jou zal dit overkomen

Lees tekst 2!
Waar zal deze tekst over gaan?

1. over de studie aardwetenschappen
2. over de vrije universiteit in Amsterdam
3. over het avontuurlijke leven van Jordy de Boer
4. over interessante televisieprogramma's

lees tekst 3!
Lees: Welk kind...Nederland? r2-9
Wat wil de schrijver hier vooral duidelijk maken?

1. Dat Rotterdam de grootste haven van Nederland is.
2. Dat Rotterdam een bruisende stad is.
3. Dat Rotterdam een heel oude stad is.
4. Dat Rotterdam een interessant museum heeft.

Lees: Combinatieticket voor...haven. r16-26
Wat is bijzonder aan de bus die in deze alinea beschreven wordt?

1. Je kunt er de mooiste plekken van de stad mee bezoeken.
2. Je kunt er een combinatieticket voor kopen.
3. Je kunt er heel snel grote afstanden mee afleggen.
4. Je kunt er mee rijden en varen.

Waarom heeft de schrijver deze tekst geschreven?

1. om je ergens mee te vermaken
2. om je ergens over te leren
3. om je ergens toe over te halen