3vwo Grammatica zinsdelen herhalen hz + bz (De Brug)

Grammatica zinsdelen
Samengestelde zinnen
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammatica zinsdelen
Samengestelde zinnen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van deze les
Doel: aan het einde van de les weet je wat een samengestelde zin is en weet je wat hoofd- en bijzinnen zijn.


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je (nog) over
hoofd- en bijzinnen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Samengestelde zinnen

Enkelvoudige zin: zin met één persoonsvorm


Samengestelde zin: zin met twee of meer persoonsvormen


Een samengestelde kan bestaan uit: hoofdzin + bijzin (of andersom) of een hoofdzin + hoofdzin. 



Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdzin (HZ)

- onderwerp en persoonsvorm staan altijd naast elkaar

- 'belangrijkste zin'

- een samengestelde zin heeft altijd minstens één hoofdzin


Voorbeeld:

Alle boeken van Harry Potter zijn beroemd, omdat ze goed geschreven zijn.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijzin (BZ)

- Onderwerp en persoonsvorm staan niet naast elkaar OF er kan een zinsdeel tussen. PV staat vaak achter in bijzin

- bijzin begint vaak met voegwoord 
- een bijzin heeft altijd een hoofdzin nodig. 

- Tip: plaats het woordje 'niet' tussen pv en ow. Klinkt de zin nog goed? Dan is het een bijzin!


Voorbeeld:

Alle boeken van Harry Potter zijn beroemd, omdat ze goed geschreven zijn.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken hoofdzin
Kenmerken bijzin
pv + ow staan naast elkaar 
pv + ow zijn gescheiden 
verbonden door onderschikkend voegwoord
zin begint met nevenschikkend voegwoord
zin kun je vaak wel zelfstandig gebruiken
zin kun je vaak niet zelfstandig gebruiken

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Enkelvoudige of samengestelde zin?

'Ik ben moe en ik heb geen zin om te gaan trainen.'
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 8 - Quiz

Verander tijd: 'Ik was moe en had geen zin om te gaan trainen'.

'Ben' en 'heb' veranderen, dus 2 persoonsvormen, dus samengestelde zin. 

Merk op dat in allebei de zinnen het onderwerp naast de persoonsvorm staat. Het zijn dus allebei hoofdzinnen. 
Enkelvoudige of samengestelde zin?

'Petra wil graag met haar moeder tennissen'
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdzin of bijzin?

'Ik ga morgen naar de kapper.'
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 10 - Quiz

Het onderwerp (ik) staat naast de persoonsvorm (ga).
Hoofdzin of bijzin?

'... als ik mijn pianoles kan afzeggen.'
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 11 - Quiz

Het onderwerp (ik) staat niet naast de persoonsvorm (kan).
Einddoel - wat moet je kunnen? 
Je moet straks kunnen bepalen hoe een zin is samengesteld (de structuur van de zin):

  • hoofdzin-hoofdzin (H-H)
  • hoofdzin - bijzin (H-B) 
  • bijzin - hoofdzin (B-H)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2a [Mijn moeder heeft me straf gegeven,] want
2b [ik was een uur te laat thuis.]
A
a en b zijn beide HZ
B
a en b zijn beide BZ
C
a is HZ, b is BZ
D
a is BZ, b is HZ

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1a [Ik ben in Griekenland geweest], 1b omdat [mijn moeder daar is opgegroeid.]
A
a en b zijn beide HZ
B
a is HZ, b is BZ
C
a is BZ, b is HZ
D
a en b zijn beide BZ

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling. Omschrijf in je eigen woorden wat een hoofdzin en een bijzin is.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk voor de volgende les
Stencil hoofd- en bijzinnen maken. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions