coniunctivus

GRIEKS 4
coniunctivus
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Klassieke TalenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

GRIEKS 4
coniunctivus

Slide 1 - Diapositive

Modi
indicativus - feiten, persoonsvorm

imperativus - bevel

infinitivus - hele werkwoord

participium - deelwoord

Slide 2 - Diapositive

en dan nu de 
CONIUNCTIVUS!!

Slide 3 - Diapositive

coniunctivus
andere vormen (overzicht in boekje)

andere 'wijze' 

indicativus geeft 'feiten' - coniunctivus geeft 'niet feiten'
in de vertaling moet je daar iets mee

Slide 4 - Diapositive

onderscheid hoofdzin en bijzin
een hoofdzin is de (grammaticale) kern van een zin
een bijzin is 'extra' informatie bij een hoofdzin
het geeft vaak uitleg, toelichting, tegenstelling oid

een hoofdzin staat op zichzelf
een bijzin is afhankelijk van een hoofdzin

Slide 5 - Diapositive

bijzin met αν

* futuralis
ἐὰν τοῦτο ποιῇς, ἡμᾶς βλάψεις - als je dat zult doen/doet, zul je ons kwaad doen.

* generalis/iterativus
ἐάν τις τοῦτο ποιῇ, χαίρουσιν οἱ θεοί - (telkens) als iemand dat doet, zijn de goden blij.
bijzin zonder αν

* bijzin van doel (na ἵνα, ὡς, ὅπως; ἵνα μή, ὡς μή, ὅπως μή, μή)
ἥκουσιν ἵνα ἡμῖν βοηθῶσιν - zij komen om ons te helpen.

* bijzin van vrees (μὴ)
φοβοῦμαι μὴ τοῦτο λέγῃς - ik ben bang dat je dat zegt.

Slide 6 - Diapositive

Overzicht
belangrijkste is onderscheid hoofd- en bijzin 
en met of zonder αν

BZ met αν : futuralis of generalis
BZ zonder αν : doel of vrees

niet anders vertalen - coni praesens of aoristus maakt niet uit

Slide 7 - Diapositive

Dan nu de coniunctivus in de
HOOFDZIN

Slide 8 - Diapositive

coniunctivus HZ met αν

bestaat niet
coniunctivus HZ zonder αν

3 opties:
* aansporing

* twijfel

* verbod

Slide 9 - Diapositive

vb van een aansporing in het Nederlands
A
Maak je huiswerk!
B
Je moet je huiswerk maken!
C
Laten we huiswerk maken
D
Het maken van huiswerk

Slide 10 - Quiz

aansporing (adhortativus)
Je spoort hiermee iemand aan.
Vertaal vaak met 'laten'
Vaak in de 1e persoon ev of mv

ἴωμεν - laten we gaan

Slide 11 - Diapositive

vb van twijfel in het NL
A
laten we huiswerk maken?
B
moeten we huiswerk maken?
C
ik weet niet of ik huiswerk moet maken
D
huiswerk maken is stom

Slide 12 - Quiz

twijfel (dubitativus)
herkenbaar aan het vraagteken
altijd een vraagzin
vertaal met 'moeten'

τί ποιῶμεν; - wat moeten we doen?

Slide 13 - Diapositive

vb van een verbod in het NL?
A
maak je huiswerk niet!
B
maak nu je huiswerk!
C
welk huiswerk maak jij?
D
geen huiswerk maken is stoer

Slide 14 - Quiz

verbod (prohibitivus)
altijd een negatief gebod
vooral in de 2e ev


Slide 15 - Diapositive

Snap je het nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage