P4 start

Grieks 4
start periode 4
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Klassieke TalenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Grieks 4
start periode 4

Slide 1 - Diapositive

Hoe voel je je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Wat vond je fijn deze periode?

Slide 3 - Carte mentale

Wat zou er beter kunnen?

Slide 4 - Question ouverte

Vond je de toets te doen?
ja zeker
ja wel
weet niet
niet echt
echt niet

Slide 5 - Sondage

Komende periode hebben we 2 uur op dinsdag ; hoe zou je die ingevuld willen hebben?

Slide 6 - Question ouverte

Heb je behoefte aan een extra 'huiswerkuur' (in Teams)?
A
ja zeker
B
moet ik nog over nadenken
C
weet ik echt niet
D
nee zeker niet

Slide 7 - Quiz

Heb je zin in de laatste periode?
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Sondage

timer
1:00

Slide 9 - Diapositive

P4
liefdesroman

Slide 10 - Diapositive

liefdesroman

Slide 11 - Carte mentale

Waar ligt Syracuse?

Slide 12 - Question ouverte

In welke tijd leefde Chariton?

Slide 13 - Question ouverte

HUISWERK
zie planning per week

deze les: evaluatie - start introductie - start coniunctivus

voor volgende les: lees de inleiding en beantwoord de vragen

in de volgende les: gezamenlijke start tekst

Slide 14 - Diapositive

nieuwe grammatica:
werkwoord

Slide 15 - Carte mentale

modus
tijd
imperativus
thematische aoristus
futurum
infinitivus
indicativus
praesens

Slide 16 - Question de remorquage

Welke modus ontbreekt hier nog?
A
AcI
B
participium
C
genitivus absolutus
D
medium

Slide 17 - Quiz

Modi
indicativus - feiten, persoonsvorm

imperativus - bevel

infinitivus - hele werkwoord

participium - deelwoord

Slide 18 - Diapositive

en dan nu de 
CONIUNCTIVUS!!

Slide 19 - Diapositive

coniunctivus
andere vormen (overzicht in boekje)

andere 'wijze' 

indicativus geeft 'feiten' - coniunctivus geeft 'niet feiten'
in de vertaling moet je daar iets mee

Slide 20 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een hoofdzin en een bijzin?

Slide 21 - Question ouverte

bijzin met αν

* futuralis
ἐὰν τοῦτο ποιῇς, ἡμᾶς βλάψεις - als je dat zult doen/doet, zul je ons kwaad doen.

* generalis/iterativus
ἐάν τις τοῦτο ποιῇ, χαίρουσιν οἱ θεοί - (telkens) als iemand dat doet, zijn de goden blij.
bijzin zonder αν

* bijzin van doel (na ἵνα, ὡς, ὅπως; ἵνα μή, ὡς μή, ὅπως μή, μή)
ἥκουσιν ἵνα ἡμῖν βοηθῶσιν - zij komen om ons te helpen.

* bijzin van vrees (μὴ)
φοβοῦμαι μὴ τοῦτο λέγῃς - ik ben bang dat je dat zegt.

Slide 22 - Diapositive

Overzicht
belangrijkste is onderscheid hoofd- en bijzin 
en met of zonder αν

BZ met αν : futuralis of generalis
BZ zonder αν : doel of vrees

niet anders vertalen - coni praesens of aoristus maakt niet uit

Slide 23 - Diapositive

Denk je dit nu te snappen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

timer
1:00

Slide 25 - Diapositive