Module 1 les 3

gedichten over dieren....

werkwijze

-Werk in tweetallen om te overleggen en om samen het eindgedicht te maken.

-Vul de antwoorden wel op je eigen iPad in.

lesdoel

aan het einde van deze les  

- heb je laten zien dat je gedichten hebt begrepen.

- heb je zelf een gedicht gemaakt van minimaal 8 regels.

Lees het gedicht  en bedenk dan:

"wat is er raar"aan dit gedicht.

Vul je antwoord in op de volgende slide.

Wat vond je raar aan het gedicht?
Geef je antwoord in een goede antwoordzin.

Lees het volgende gedicht en let vooral op de rijmwoorden

Een vlieg.

Er loopt een vliegje door mijn eten,

ik jaag hem weg maar hij is vlug,

dat hij terug kwam heeft ie geweten,

hij ligt naast mijn wortels op zijn rug.

Ik voel me trots want het was raak,

en ben misselijk als ik naar mijn eten kijk,

ik denk dat ik mijn maaltijd staak,

want naast mijn wortels ligt een vliegenlijk

Ingezonden door

jos vd schot

Wat is er met de vlieg gebeurd?
Schrijf je antwoord in een goede antwoordzin.

Schrijf alle woorden op die op elkaar rijmen:

Over welk dier gaat dit gedicht?

De hele dag geen zonlicht zien,

de hele dag alleen maar zand,

de hele dag alleen maar ploeteren

en geen idee waar je in belandt.

De hele dag is alles donker,

de hele dag op zoek naar eten,

de hele dag stoot jij je neus

en je wordt door iedereen vergeten.

Over welk dier ging het vorige gedicht?

De pinguïn en de papegaai

De pinguïn en de papegaai

Dag papegaai, zei de pinguïn.

Dag papegaai, zei de papegaai.

Nee, zei de pinguïn, jij moet dag pinguïn zeggen.

Nee, zei de papegaai, jij moet dag pinguïn zeggen.

Nee, zei de pinguïn, ik ben een pinguïn.

Nee, zei de papegaai, ik ben een pinguïn.

Jij bent een papegaai, zei de pinguïn.

Jij bent een papegaai, zei de papegaai.

Stomme papegaai, zei de pinguïn.

Stomme pinguïn, zei de papegaai.

Wat gebeurt er in het begin van het gedicht met de pinguïn en de papegaai?

Geef je antwoord in een goede antwoordzin.

Wat is er aan het einde van het gedicht anders?

Geef je antwoord in een goede antwoordzin.

Wat vond je van deze les?

1. Het was een leuke les!
2. Ik werk liever alleen.
3. Leuk dat ik zelf een gedicht mocht schrijven
4. Ik vind samenwerken fijn.

Opdracht voor je portfolio! 

Je gaat nu in tweetallen zelf een gedicht schrijven. Dat gedicht moet over een dier gaan. Het moet minimaal uit 8 regels bestaan. Je mag zelf het rijmschema bedenken.

1. Schrijf het gedicht.

2. Maak van dit gedicht een screenshot. 

3. Open een word-document. Noem het gedichten 1 _ naam + achternaam + klas. 

4. Plak het screenshot in het word-document

5. Zoek een leuke en passende afbeelding bij het gedicht.

6. Sla het bestand op in de map OneDrive, Nederlands. Als dit niet lukt dan vraag je hulp aan een klasgenoot of de docent. 

7. De docent leest het gedicht en beoordeelt het. Laat het aftekenen (gedichtenboekje)