2.5 Dieren bewegen

• Biologie
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

H2 Bewegen

les 2.5 Dieren bewegen

Lesboek blz. 57 - 61

Werkboek blz. 83 - 87

Terugblik

Wat zijn de 4 functies van het skelet?

Hoe heten de groen gekleurde botten?

1. Halswervels
2. Borstwervels
3. Lendewervels
4. Heiligbeen

De biceps horen bij het...?

1. Spierstelsel
2. Hormoonstelsel
3. Zenuwstelsel
4. Skelet

Wat wordt aangegeven met 2?

1

2

3

1. Wervelkolom
2. Borstbeen
3. Ribben
4. Sleutelbeen

Wat wordt aangegeven met 3?

1

2

3

1. Wervelkolom
2. Borstbeen
3. Ribben
4. Sleutelbeen

Wat wordt aangegeven met 1?

1

2

3

1. Wervelkolom
2. Borstbeen
3. Ribben
4. Sleutelbeen

Hoe noemen we nummers 1 en 2?

1

2

1. 1 = schouderblad 2 = ribben
2. 1 = sleutelbeen 2 = schouderblad
3. 1 = schouderblad 2 = sleutelbeen
4. 1 = ribben 2 = sleutelbeen

Hoe zitten de botjes van de vingers aan elkaar vast?

1. Naden
2. Kraakbeen
3. Vergroeid
4. Gewrichten

Waar vind je GEEN kraakbeen in je lichaam?

1. Het oor
2. De neus
3. De onder en bovenkaak
4. De wervelkolom

De borstkas bestaat uit ribben, borstbeen en ledematen.

1. Juist
2. Onjuist

Ribben zijn een voorbeeld van pijpbeenderen.

1. Juist
2. Onjuist

Doel van de les

Je leert het verschil tussen topgangers, teengangers en zoolgangers.

Je leert hoe gewervelde en ongewervelde dieren bewegen.

Bewegen met wervelkolom

Gewervelde dieren bestaan uit 5 groepen:

- vogels

- amfibieën

- zoogdieren

- reptielen

- vissen

Vissen, Amfibieën, Reptielen

- Bewegen met de wervelkolom van links naar rechts

- Amfibieën en reptielen: poten aan zijkant van het lichaam

Vogels, Zoogdieren

- Bewegen met de wervelkolom op en neer

- Hebben poten aan de onderkant van het lichaam

-Hierdoor kunnen ze zich snel vooruit bewegen

Zoogdieren

Topganger  - loopt op puntje van de teenkootjes, hier omheen hebben ze hoeven

Teengangers - loopt op de teenkootjes

Zoolgangers - loopt op de gehele voet

Wat moet je doen?

Lesboek blz. 57 - 61 lezen

Werkboek blz. 83 - 87 maken

Huiswerk

Werkboek blz. 91 samenvatting les 2.5

Werkboek blz. 92 - 95 

--> Volgende week dinsdag 14/12: PW bio H2

Bouwplan van gewervelden

Het bouwplan van gewervelden lijkt erg op elkaar, hebben allemaal dezelfde botten.

Aanpassing op wat nodig is voor de leefwijze van het dier

- Armen van vleermuizen -> vliezen tussen de lange botten in de 'hand'

- Voorpoten van de mol -> korte, stevige botten in de 'hand'

- Vinnen van de walvis -> brede 'hand', uitgegroeid tot vin

 Ongewervelde dieren

Hoeveel groepen gewervelden zijn er?

1. 4
2. 5
3. 6
4. 7

Bij beweging van de vis beweegt de wervelkolom...

1. Van links naar rechts
2. Van boven naar beneden
3. Helemaal niet
4. In alle richtingen

Reptielen hebben een erg beweeglijke wervelkolom.

1. Waar
2. Niet waar

Waar hoort een hert bij?

1. Zoolgangers
2. Teengangers
3. Topgangers

Waar hoort een kat bij?

1. Zoolgangers
2. Teengangers
3. Topgangers

Alle ongewervelden hebben een gelijke manier van bewegen.

1. Waar
2. Niet waar

Wat moet je doen?

Lesboek blz. 57 - 61 lezen

Werkboek blz. 83 - 87 maken

Huiswerk

Werkboek blz. 91 samenvatting les 2.5

Werkboek blz. 92 - 95 

--> Volgende week dinsdag 14/12: PW bio H2