Unit 1, lesson 1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Today

1. StudyGo
2. Grammar uitleg: betrekkelijke voornaamwoorden
3.  Words, lesson 1
4. Reading
5. (Home)work
6. Looking back

Aan het einde van deze les..

1. ..weet je wat betrekkelijke voornaamwoorden zijn 
2. ..weet je hoe je het juiste betrekkelijke voornaamwoord  gebruikt
3. .. heb je kennis gemaakt met de words lesson 1

1. Grammar: betrekkelijke voornaamwoorden (1)

This is the guy who stole my scooter. 

• Wat betekent 'who' in deze zin? 
• Naar wie verwijst 'who'? 
• Een betrekkelijk voornaamwoord verwijst naar een eerder genoemd persoon of ding in een zin. 

1. Grammar: betrekkelijke voornaamwoorden (2)

I bought a lock which can't be opened.  

• Wat betekent 'which' in deze zin? 
• Naar wie verwijst 'which'? 
• Ook 'which' is een voorbeeld van een betrekkelijk voornaamwoord 

               Who - which 

Students ... did not apply for the field trip will not be able to come.

1. who
2. which

Did you see the man in the news ... won a million dollars?

1. who
2. which

The phone, ... was broken, did not switch on.

1. who
2. which

lesson 1

Please, open your book, p.163

3. Reading

Open book A, p.13

We'll do exc. 2 together.

Then we'll read the text.

5. (Home)work

Tuesday, August 27th:

Maken:

• Exc. 3/4/5/6/7 (p.13 t/m p.15)
  Let op: markeer de zinnen in de tekst waar je de antwoorden bij opdracht 3 én 4 gevonden hebt. 
• zorg ervoor dat je digitale leeromgeving op orde is! (Methode, classroom, studygo!)

Leren: 

• words lesson 1 (p.163, coursebook)
• grammar: who & which

• Voor jezelf
• In stilte
• Tijd tot afsluiting van de les.
• Muziek mag
• Klaar? Dan leren via StudyGo (linkje in Classroom)

Explain in your own words:
Wat is een betrekkelijk
voornaamwoord?