Vraag en Aanbod H6

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Wie is de aanbieder op de arbeidsmarkt?

1. De werknemer
2. De werkgever

Wie is de vrager op de arbeidsmarkt?

1. De werknemer
2. De werkgever

Loonelasticiteit van het arbeidsaanbod

Opdracht 6.3 t/m 6.6

Maak opdracht 6.7 en 6.8

Als het aanbod van arbeid groter is dan de vraag naar arbeid:

1. is er werkloosheid.
2. heeft iedereen die wil een baan.
3. zijn er te weinig mensen voor al het werk.

Maak 6.10, 6.11, 6.14 t/m 6.16

Maak 6.18 t/m 6.23

Wat is een wisselkoers?

1. geeft geen verhouding tussen de euro en vreemde valuta aan
2. geeft de verhouding tussen de euro en vreemde valuta aan
3. geeft de verhouding tussen de euro en euro aan
4. geeft de verhouding tussen de vreemde valuta en vreemde valuta aan

Als de wisselkoers van de € stijgt,
dan ...

1. neemt de Nederlandse export toe
2. neemt de Nederlandse export af

Vul in:
Appreciatie van de euro >
wisselkoers ... > export ...

1. wisselkoers stijgt, export stijgt
2. wisselkoers daalt export daalt
3. wisselkoers stijgt, export daalt
4. wisselkoers daalt, export stijgt

1. Hoe noemen economen de koersstijging van de euro: deflatie, inflatie, appreciatie of depreciatie?

1. deflatie
2. inflatie
3. appreciatie
4. depreciatie

Een depreciatie van de Deense kroon houdt in dat

1. Denen goedkoper op vakantie kunnen in het buitenland.
2. de Deense inflatie lager wordt.
3. de Deense import stijgt.
4. Deense producten in het buitenland goedkoper worden.