3H/T - 4.3 Van burgeroorlog tot vijfjarenplannen

3H/T - 4.3
Van burgeroorlog naar vijfjarenplannen
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3H/T - 4.3
Van burgeroorlog naar vijfjarenplannen

Slide 1 - Diapositive

Leven in de Sovjet-Unie
  • De macht is in Rusland in handen van de Tsaar. Deze bestuurt slecht en oa door slechte resultaten WOI wordt hij afgezet.
  • 1917: Russische Revolutie: februari (Tsaar wordt afgezet) en oktober (Lenin komt aan de macht & einde WOI). 

Slide 2 - Diapositive

Rood: 

- Bolsjewieken
- Lenin
- Trotski (Rode leger)
- Stalin
- Socialistische revolutionairen
Wit: 

- Bourgeoisie
- Geestelijken
- Tsaar aanhangers
- Boerengroeperingen

Slide 3 - Diapositive

De Roden (o.l.v. Lenin) winnen
-->NOODZAKELIJKE OORLOGSCOMMUNISME:
- Eten / Graan in beslag genomen en verdeeld door staat. De normale bevolking leed grootse honger. Arbeiders en militairen (Roden) kregen het eten toebedeeld. 
- Fabrieken werden ook eigendom van de "staat". 
- Boeren verdreven de rijkere boeren en herverdeelde het land.

Slide 4 - Diapositive

Oorlogscommunisme mislukt!
> Boeren en normale burgers pikten de maatregelen niet
> Staken vaak bolsjewieken dood die voedsel kwamen innen. 
> Gevolgen: Onrust en gigantische hongersnood

Slide 5 - Diapositive

Wie heeft de macht in Rusland in 1916?
A
Tsaar Nicolaas
B
Lenin
C
Stalin
D
Wilhelm II

Slide 6 - Quiz

Wie steunden de Witten niet?
A
Geestelijkheid
B
De meeste boeren
C
De meeste fabrieksarbeiders
D
Adel

Slide 7 - Quiz

Wie is deze man?
A
Tsaar Nicolaas II
B
Lenin
C
Stalin
D
Wilhelm II

Slide 8 - Quiz

Oplossing: NEP
> privatisering van bezit:
- boeren mochten grond bezitten

- winkels/werkplaatsen/ kl. fabrieken werden weer privébezit

- handel en productie bloeide op
--> Het volk was blij!

Slide 9 - Diapositive

In maart 1919 werd Stalin als één van de vijf leden van het bestuur van de Communistische Partij gekozen. In april 1922 werd hij secretaris-generaal van de partij. Niemand wist toen dat deze functie zou uitgroeien tot het belangrijkste en machtigste ambt in de Sovjet-Unie. 
Als secretaris-generaal had hij de bevoegdheid mensen binnen de Partij posities te geven of te ontnemen...

Slide 10 - Diapositive

Rusland wordt Sovjet-Unie
  • In 1922 verandert Rusland van naam en wordt Sovjet-Unie (verbond van verenigde boeren).
  • In 1922 neemt Stalin het roer over en is een nog strenger leider dan zijn voorganger. 
  • Stalin herstelt de geheime politie en iedereen kan worden opgepakt en vermoord of verbannen worden

Slide 11 - Diapositive




  • Stalin zal het economisch achtergebleven land snel industrialiseren en de Sovjet-Unie laten uitgroeien tot een wereldmacht.

  • Maar dit had een erg hoge prijs..
  • Het land werd een totalitaire staat met Stalin als dictator

Slide 12 - Diapositive

Lèon Trotski
  • Een geheim agent van Stalin, Ramón Mercader, . Hij deed zich voor als Jacques Mornard, een Belgische journalist zocht naar Lèon Trotski.
  • Hij sloeg hem met een ijsbijl in het hoofd. De volgende dag overleed Leon Trotski in een ziekenhuis in Mexico-Stad aan zijn verwondingen.

Slide 13 - Diapositive

Onder Lenin heet Rusland ineens Sovjet-Unie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

NEP werd ingevoerd vanwege:
A
Succes Oorlogscommunisme
B
Wegvallen Rusland WO-1
C
Onvrede bevolking
D
Economische achterstand Rusland

Slide 15 - Quiz

NEP is een voorbeeld van...
A
Privatisering
B
Collectivisatie

Slide 16 - Quiz

Planeconomie
  • Planeconomie: voor bepaald aantal jaar vastleggen wat er geproduceerd moet worden (5 jaar in geval SU).
  • Economisch gezien rampzalig, altijd tekorten.

Slide 17 - Diapositive


Planeconomie

Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een planeconomie.
  • Dit betekende dat de staat besliste wat én hoe er moest worden geproduceerd.
  • Economisch gezien rampzalig, altijd tekorten.
  • Hiermee wilde Stalin laten zien dat de Sovjet-Unie een machtiger land was dan de kapitalistische landen met hun vrije markt-economie.

Slide 18 - Diapositive

Collectivisatie
  • Eigen boederijen mochten niet meer: er kwamen collectieve landbouw boerderijen. Veel families op 1 boerderij (=collectivisatie). 
  • Wilde je dit niet? Dan ging je naar de Goelag (strafkamp).

Slide 19 - Diapositive



  • De collectivisatie moest zorgen voor een hogere opbrengst, maar dat viel vaak tegen en er ontstonden hongersnoden. Overigens meestal door eigen schuld: boeren slachtten hun vee uit protest tegen de collectivisatie. 

  • Boeren die zich op deze manier verzetten tegen de collectivisatie, omdat ze hun eigen boerderijtje niet wilden opgeven, werden gezien als vijanden van het communisme. Miljoenen boeren zijn om die reden vermoord.

Slide 20 - Diapositive

Goelag
Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een goelag, een strafkamp.
  • In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.
  • Omdat je niet wist wie van de Geheime Politie was (kon ook familie zijn), deelde niemand zijn mening. Angst zie je nog steeds in Rusland.
  • Sommige van deze kampen hadden niet eens hekken, omdat ontsnappen zinloos was: de kou en de wolven zouden je uiteindelijk wel doden.

Slide 21 - Diapositive




  • Exacte aantallen zijn onbekend, maar tussen 1936 en 1950 zijn vermoedelijk 12 miljoen mensen om het leven gekomen in de goelags.

  • Meestal als gevolg van de vreselijke omstandigheden, een combinatie van: honger, kou en zware lichamelijke inspanning

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive


Wie is deze man?

A
Lenin
B
Trotski
C
Stalin
D
Chroestjov

Slide 24 - Quiz

Welk woord hoort niet bij het beleid van Stalin?
A
Kolchozen
B
Collectivisatie
C
Vijfjarenplan
D
Privatisering

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo

                      Zelf aan de slag!

Lezen 4.3

                            Maken 4.3 opdr. 2,3, 4, 5, 6, 7, 8BC

            = HW voor de volgende les

       Klaar? Verdieping 4.3 ook! 

4.3 opdr. 1, 2, 4, 6, 7

timer
5:00

Slide 27 - Diapositive