Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4
Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Theorie les
uiterlijke verzorging
Slide 1 - Diapositive
Hoe waren de stages?
Slide 2 - Diapositive
Lesdoelen
1. Aan het einde van de les kunnen de leerlingen belangrijke begrippen voor de toets herkennen en omschrijven
2. Aan het einde van de les kunnen de leerlingen begrippen toepassen in een casus
Slide 3 - Diapositive
Tijd schema
10:25 - 10:40 uur praten over de stages
10:40 - 11:15 uur theorie over handverzorging, huidverzorging en haarverzorging
11:15 - 11:55 uur afmaken opdrachten of oefenen praktijk
11:55 - 12:05 uur afsluiten les
Slide 4 - Diapositive
Handverzorging
Slide 5 - Carte mentale
Functies en opbouw nagel
Spier: Ligt in de vinger. Zorgt ervoor dat je je vinger kunt bewegen en buigen.
Vingerkootje: Elke vinger bestaat uit drie kleine botten, de vingerkootjes genaamd. Zorgt er uiteindelijk voor dat je je vinger kunt bewegen en buigen.
Vrije nagel: je bovenste witte nagelrandje die uitsteekt.
Slide 6 - Diapositive
Nagel wal: De huid naast de nagel. Biedt bescherming voor de nagel. Kan ontsteken
Nagelriem: Zorgt ervoor dat er geen vuil, bacteriën en ziektes via de nagel onder je huid kunnen komen
Nagelmaantje: Het witte boogje onderaan je nagel
Nagelrand: de rand van de nagel die tegen de zijkant van de huid zit
Opperhuid: de huidlaag die aan de buitenkant zichtbaar is. Het is de bovenste huidlaag
Lederhuid: de middelste huidlaag
Onderhuids bindweefsel: De onderste huidlaag
Slide 16 - Diapositive
In de lederhuid
Bloedvaatjes: zorgen voor de aanvoer van voedingsstoffen en afvoer van afvalstoffen
Zweetkliertjes: regelen de lichaamstemperatuur
Zenuwen en tastlichaampjes: zorgen ervoor dat we kunnen voelen.
Slide 17 - Diapositive
verschillende huidtypes
Normale huid:
Kenmerken: zacht en soepel
Behandeling: hydraterende producten
Gevoelig huid:
Kenmerken: rood en vlekkerig
Behandeling: producten zonder parfum
Slide 18 - Diapositive
Droge huid
Kenmerken: dun, weinig talg, vocht arm
Behandeling: producten met crème of olie basis
Vette/gecombineerde huid:
Kenmerken: glimt, veel talg, veel onzuiverheden
Behandeling: talg absorberende producten
Slide 19 - Diapositive
Mevrouw kuiper heeft een erg glimmende huid en veel last van onzuiverheden. Wat voor huidtype heeft mevrouw Kuiper?
Slide 20 - Question ouverte
Meneer Jansen heeft een vocht arme huid die erg dun is en weinig talg heeft. Wat voor type huid heeft meneer Jansen?
Slide 21 - Question ouverte
Zonbescherming
Zonbescherming zorgt ervoor dat de huid minder snel beschadigd raakt. Het voorkomt roodheid, verbranding, pijn en ziektes als huidkanker.
* Op ieder zonnebrandmiddel staat de SPF. Hoe lichter je huidskleur en lastiger je bruin wordt, hoe hoger de beschermingsfactor die je nodig hebt
* Als je niet snel verbrand moet je alsnog zonbescherming smeren. Dit komt omdat de huid anders sneller verouderd.
Slide 22 - Diapositive
Wat is factor?
De SPF staat voor Sun Protection Factor.
De factor is kort gezegd de vermenigvuldiging van de tijd waarin je zonder zonnebrand zou verbranden. Als je normaal gesproken na 10 minuten zou verbranden, dan zou je met factor 30 pas na 10 x 30 = 300 minuten verbranden. Voorwaarde is wel dat je dan elke 2 uur je insmeert met die zonnebrand met SPF 30.
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Voor welk huidtype wordt een hoge factor aanbevolen?
A
Mensen met een donkere huid
B
Mensen met een hele lichte huid
C
Mensen met een getinte huid
D
Mensen met een normale huid
Slide 25 - Quiz
Haarverzorging
Slide 26 - Carte mentale
Anatomie van de haar en huid
Opperhuid: de huidlaag die aan de buitenkant zichtbaar is. Het is de bovenste huidlaag.
Slide 27 - Diapositive
Anatomie van de haar en huid
Lederhuid: de middelste huidlaag
Bestaat uit: weetklieren, haarwortels, talgklieren, bloed- en lymfevaten, zintuigcellen en zenuwuiteinden
Slide 28 - Diapositive
Anatomie van de haar en huid
Onderhuids bindweefsel: De onderste huidlaag die de huid scheidt van de spieren en pezen in het lichaam. Het is een extra beschermlaag voor de organen die eronder liggen.