oefening voor toets thema 4 werken

Goedemorgen allemaal,
Dit is een oefening voor de toets van volgende week!
Morgen krijg je via classroom een oefentoets voor dit thema. Vandaag dus een opfris opdracht, ga ervoor zodat je volgende week in 1 x een voldoende haalt!
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapsonderwijsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Goedemorgen allemaal,
Dit is een oefening voor de toets van volgende week!
Morgen krijg je via classroom een oefentoets voor dit thema. Vandaag dus een opfris opdracht, ga ervoor zodat je volgende week in 1 x een voldoende haalt!

Slide 1 - Diapositive

Wat is het verschil tussen vrijwilligerswerk en een stage?

Slide 2 - Question ouverte

Sem heeft na zijn opleiding een ICT bedrijf opgezet. Hij heeft nu 6 medewerkers in dienst. Is Sem......
A
werknemer
B
stagiair
C
ondernemer
D
werkvoorbereider

Slide 3 - Quiz

Je bent klaar met je opleiding. Het liefste wil je een baan van 32 uur in de week.
Hoe krijg je dat voor elkaar?

Slide 4 - Carte mentale

Welke verplichte onderdelen moeten er in een cv staan? Geef er minimaal 5!

Slide 5 - Carte mentale

Je bent op zoek naar een bijbaan. Hoe ga jij te werk?

Slide 6 - Carte mentale

Welke onderdelen zijn ook leuk om te benoemen in een cv echter zijn niet verplicht?
Noem er 3!

Slide 7 - Carte mentale

Geef 3 tips om een succesvol sollicitatiegesprek te hebben.

Slide 8 - Question ouverte

Waarom werken mensen? Meerdere antwoorden mogelijk?
A
Omdat ze iets willen leren
B
Ze willen iets nuttigs doen
C
Ze willen geld verdienen
D
Ze willen mensen ontmoeten

Slide 9 - Quiz

Een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd betekent
A
Je moet weg als je contract is afgelopen.
B
Je gaat pas weg als je dit zelf wil, je contract loopt door.

Slide 10 - Quiz

Wat staat er allemaal in een arbeidsovereenkomst?

Slide 11 - Question ouverte

Waarom is een proeftijd voor de werkgever handig?

Slide 12 - Question ouverte

Netto salaris is salaris
A
De belasting is er vanaf gehaald.
B
Salaris waar de belasting nog bij inzit.

Slide 13 - Quiz

Iemand met een eigen bedrijf noem je een
A
ondernemer
B
werknemer

Slide 14 - Quiz

Waar of niet waar?
Je brutoloon is altijd meer dan je nettoloon?
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

CAO betekent...
A
complete arbeidsovereenkomst
B
compleet arbeidsoverzicht
C
collectieve arbeidsovereenkomst
D
compleet actueel overzicht

Slide 16 - Quiz

Wat staat er allemaal in het Cao?
Noem er minstens 5!

Slide 17 - Carte mentale

Een nadeel van zwart werken is....

Slide 18 - Carte mentale

Wit werken betekent.....

Slide 19 - Question ouverte

3 onderdelen van de Arbowet
1. Veiligheid: veilige machines, bescherm kleding, vluchtroutes
2. Gezondheid: verbod met gevaarlijke stoffen werken, regels arico en roken. 
3. Welzijn: niet te lang eentonig werk doen, bescherming tegen aggresie, geweld en (seksuele) intimidatie.  

Slide 20 - Diapositive

Arbowet 
Voor de arbeidsomstandigheden zijn er regels gemaakt door de overheid en die staan in de Arbowet.

Slide 21 - Diapositive

Arbeidsomstandigheden 
Alle dingen die te maken hebben met je praktische werksituatie-> je werkplek (stoelen, verlichting, helm en oordopjes) 

Slide 22 - Diapositive

0

Slide 23 - Vidéo

De Arbowet heeft 3 onderdelen dat zijn.....

Slide 24 - Question ouverte

Noem twee arbo aanpassingen of regels die er op je stageplek zijn?

Slide 25 - Carte mentale

Taken van een vakbond zijn
A
te kijken of je wordt aangenomen voor een baan
B
te zorgen dat iedereen beter betaald wordt
C
dat je beter betaald wordt als je in de nacht werkt
D
ze zorgen dat je veiligheidsschoenen aanwezig zijn op je werk

Slide 26 - Quiz

Een vakbond heeft de taak om te zorgen voor betere arbeidsomstandigheden.
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Waar denk je aan bij beroepsziekten?

Slide 28 - Carte mentale

Een beroepsziekte is een ziekte die je kan krijgen door je werk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Wat is een beroepsziekte die bij jouw veel voorkomt in jouw vakgebied?

Slide 30 - Carte mentale

Een burn out is een beroepsziekte die veel voorkomt bij
A
kan iedereen krijgen
B
docenten
C
ministers
D
kappers

Slide 31 - Quiz

Wat is een beroepsziekte
(meerdere antwoorden)
A
allergie voor kleurstoffen in het kappersvak
B
enkel gebroken tijdens het opbouwen van de schooldisco
C
rugklachten in de zorg
D
zwangerschapsvergiftiging

Slide 32 - Quiz

Je komt in aanraking met een bedrijfsarts als je
A
langdurig ziek bent op je werk
B
een weekje ziek bent op je werk

Slide 33 - Quiz

Wat is een ¨uitkering¨?

Slide 34 - Carte mentale

Een uitkering vraag je aan bij
A
de gemeente
B
school
C
vraag je niet zelf aan, ze komen naar jouw toe.
D
het UWV

Slide 35 - Quiz

Als je door ziekte niet (volledig) kunt werken dan noem je dit een ...
A
WW
B
WIA
C
AOW
D
WAJONG

Slide 36 - Quiz

Er zijn mensen die een uitkering makkelijk vinden zodat ze niet hoeven te werken. Geef je mening hierover.

Slide 37 - Question ouverte

Dit was de laatste dia, ik hoop dat je lekker opgefrist bent en morgen de proeftoets. Dus leeshet hoofdstuk nog eens goed door als voorbereiding. Succes!
Juf Mariska

Slide 38 - Diapositive