2122 4V les 1: basisbegrippen argumentatie

4V
basisbegrippen argumentatie
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

4V
basisbegrippen argumentatie

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Standpunt: 
Den Haag is een prima stad om een 
excursie voor CKV te organiseren
Waarderend argument
Feitelijk argument
In Den Haag kan je verschillende musea en galeries bezoeken.
Den Haag heeft een gezellige binnenstad.

Slide 10 - Question de remorquage

Standpunt: 
Je kunt beter met het openbaar vervoer naar Rotterdam gaan.
Waarderend argument
Feitelijk 
argument

Reizen met het OV is veel rustiger.
Het OV is goedkoper dan de auto.

Slide 11 - Question de remorquage

Je kunt er beter niet aan deelnemen.
De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. 
standpunt
feitelijk argument
waarderend argument

Slide 12 - Question de remorquage

Hij is immers veruit de beste in de debatten.
Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen weer gaat winnen.
standpunt
feitelijk argument
waarderend argument

Slide 13 - Question de remorquage

dus lijkt het mij verstandig om scooters te verbieden.
Je loopt met een scooter een grotere kans op een ernstig ongeluk dan op een fiets.
standpunt
feitelijk argument
waarderend argument

Slide 14 - Question de remorquage