Jaar 2 - Thema 13 - Spelling les 2

Programma
  • Leerdoelen
  • Herhaling 
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken in Vo-Next
  • Controleren leerdoelen in LessonUp
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programma
  • Leerdoelen
  • Herhaling 
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken in Vo-Next
  • Controleren leerdoelen in LessonUp

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je uitleggen:
  • wanneer je in een samenstelling een tussen -n gebruikt en wanneer niet. 

Slide 2 - Diapositive

Wat is een samenstelling?

Slide 3 - Carte mentale

Tussenletter
Een samenstelling maak je door twee woorden 'aan elkaar te plakken'. Soms moet je tussen die twee woorden een tussenletter toevoegen, bijvoorbeeld een '-s-', een '-n-' of '-en-'.

dorp + gek = dorpsgek
kwaliteit + controle = kwaliteitscontrole
paard + bloem = paardenbloem
boek + bon = boekenbon
hond + hok = hondenhok


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Twijfel je? Gebruik het woordenboek!

Slide 6 - Diapositive

Wat is de juiste vorm van het woord?

karn...melk
A
karnemelk
B
karnenmelk

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste vorm van het woord?

boek...bon
A
boekebon
B
boekenbon

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste vorm van het woord?

ber...vel
A
berevel
B
berenvel

Slide 9 - Quiz

Gebruik je wel of geen tussenletter?

drukte + maker =

Slide 10 - Question ouverte

Gebruik je wel of geen tussenletter?

hart + wens =

Slide 11 - Question ouverte

Gebruik je wel of geen tussenletter?

hond + hok =

Slide 12 - Question ouverte

Maak de juiste samenstelling. Vul het hele woord in.

dokter + assistent =

Slide 13 - Question ouverte

Opdracht
  • Blijf in LessonUp
  • Maak in Vo-Next: spelling stap 2
  • Ben je klaar? Dan maak je de Verderkijker
  • Ook af? Dan mag je ander huiswerk maken. 

Slide 14 - Diapositive

Tussenletter: hoe gaat het?
Ik snap alles; ik kan het aan iemand anders uitleggen.
Ik snap het, maar maak soms nog een foutje.
Ik ben er bijna; ik heb nog een beetje uitleg nodig.
Ik vind dit nog heel lastig; ik heb meer uitleg nodig.

Slide 15 - Sondage