H5 samenstellingen / koppelteken en trema (23 april)

Zorg dat je startklaar bent
Nodig: Leesboek, Chromebook, lesboek, aantekeningenschrift. 



Welkom bij
Nederlands 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Zorg dat je startklaar bent
Nodig: Leesboek, Chromebook, lesboek, aantekeningenschrift. 



Welkom bij
Nederlands 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Ik lees in mijn boek voor het leesdossier van boek 3. 
  • Ik verwerk het gelezen gedeelte in mijn leedossier. 
  • Ik noteer wat ik moet kennen (leren) en kunnen (oefenen) voor pww 3.
  • Ik weet de spellingregels voor tussenletters in samenstellingen.

Slide 2 - Diapositive

Leesdossier
Lees in je boek en verwerk wat je hebt gelezen in je leesdossier. 
20 min. in stilte lezen. 
5 min. verwerken in je leesdossier. 
Plan spreekdossier in Classroom ingeleverd? Deadline vandaag! 

timer
1:00

Slide 3 - Diapositive

PWW 3
Wat te leren voor toetsweek 3 voor NE?

Pak je boekje erbij en schrijf mee! 

Slide 4 - Diapositive

Lesstof + tips
  • Lesstof: hoofdstuk 5 en 6
  • Tips:  oefen met het schrijven van een overtuigende tekst en laat deze op spelling nakijken door je docent / medeleerling / ouders etc. 
 

Slide 5 - Diapositive

Stofomschrijving
  • H5 lezen -  theorie kennen en kunnen
  • H6 lezen - theorie kennen en kunnen
  • Schema met tekstverbanden en signaalwoorden kennen
  • H5 woordenschat -  theorie kennen en kunnen
  • H6 woordenschat - theorie kennen en kunnen
  • H5 taalverzorging - verkleinwoorden en afkortingen (theorie kennen en kunnen)
  • H5 taalverzorging - tussenletters bij samenstellingen (theorie kennen en kunnen)
  • H6 taalverzorging - koppelteken en trema (theorie kennen en kunnen)
  • H6 taalverzorging - werkwoordspelling (theorie kennen en kunnen)
  • H5 schrijven - overtuigende tekst schrijven zonder fouten in leestekens, spelling en werkwoordspelling. (kunnen)

Slide 6 - Diapositive

Associatiespel
Tweetallen, Magister bepaalt
1 persoon in de klas
1 persoon buiten
DUO: alle drie de associaties hetzelfde=traktatie!

Slide 7 - Diapositive

Samenstellingen
  • Twee of meer woorden die je aan elkaar plakt. 
  • Woorden los of als samenstelling maakt verschil in betekenis. 


Slide 8 - Diapositive

Waarin maakt de spatie verschil in betekenis?

Slide 9 - Diapositive

Tussenletter -en /-e in samenstellingen
  • In sommige gevallen heb je een tussenletter nodig.
  • Hond + hok = hondenhok (hond alleen mv. op -en)
  • Peer + sap = perensap (peer alleen mv. op -en)
  • Stage + plaats = stageplaats (stages alleen meervoud op -s)
  • Rood + kool = rodekool (rode is een bijvoeglijk naamwoord)

Slide 10 - Diapositive

Regel tussenletters -en 
Regel: -en krijg je alleen als het eerste woord een zelfstandig naamwoord is met meervoud op alleen -en, anders wordt het een -e.
Dus groentesoep, want meervoud van groente is groenten EN groentes. 

AANTEKENINGEN

Slide 11 - Diapositive

Tussenletter -s in samenstellingen
  • Regel: De tussen -s schrijf je als je hem hoort.
  • Dorp + plein = dorpsplein
  • Station + weg = stationsweg
  • Hoor je hem in de ene samenstelling, dan komt hij in andere samenstellingen ook terug.
  • Stationsstraat, stationsplein, stationshal etc.

AANTEKENINGEN!

Slide 12 - Diapositive

Oefenen met samenstellingen
  • H5 Taalverzorging spelling deel 2 (tussenletters) opdracht 1, 3, 4. Pag. 144 - 135
  • H6 Taalverzorging spelling deel 1 (koppelteken en trema) opdracht 1, 2, 3. Pag. 170 - 171
  • Fluisterend overleggen toegestaan. 



timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

Koppelteken (-) en trema (ë)
  • Klinkerbotsing: twee klinkers die naast elkaar voor een andere uitspraak kunnen zorgen. Voor de goede uitspraak gebruik je een koppelteken (-) of trema (ë / ï ).
  • Klinkerbotsing bij samenstellingen: gebruik een koppelteken (-) Familieuitje - Familie-uitje 
  • Klinkerbotsing bij woorden die geen samenstelling zijn: gebruik een trema (ë). Beeindigen - beëindigen / geexperimenteerd - geëxperimenteerd. 

Slide 14 - Diapositive