Les 4: samenstellingen

Samenstellingen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Samenstellingen

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van de les ken je de regels van samenstellingen.
Aan het eind van de les ken je de regels van het koppelteken en tussenletters.
Aan het eind van de les kun je woorden juist samenstellen.

Slide 2 - Diapositive

Samenstellingen

Slide 3 - Diapositive

Welke samenstelling is goed gespeld?
A
zonnenbril
B
beukennootje
C
ladenkast
D
roggenbrood

Slide 4 - Quiz

Samenstellingen
Een samenstelling is een woord dat uit meerdere woorden bestaat.

Slide 5 - Diapositive

Welk woord is geen samenstelling ?
A
zwemles
B
zwempak
C
zwemmendeman
D
zwembad

Slide 6 - Quiz

Regel 1
Als het kan, schrijf je de woorden gewoon aan elkaar. 
Bijvoorbeeld:
Rugzak
Maximumsnelheid
Badkamerdeur

Slide 7 - Diapositive

Wat is de goede samenstelling:
hond ... hok
A
hondehok
B
hondenhok
C
hondeshok

Slide 8 - Quiz

Regel 2: koppelteken 
Problemen met lezen of uitspraak? -->  - ertussen 

Bijvoorbeeld:
Na-apen
Mini-emmer

Slide 9 - Diapositive

Regel 2: koppelteken -
Ook bij een samenstelling met afkorting, losse letter of symbool: 
Dvd-speler
%-teken
Tussen-s

Slide 10 - Diapositive

Maak van onderstaande woorden een juiste samenstelling.

politie uniform
A
politieuniform
B
politie-uniform
C
politie uniform

Slide 11 - Quiz

Wat is juist geschreven?
A
IQ test
B
IQtest
C
IQ-test

Slide 12 - Quiz

Wat is juist geschreven?
A
zee egel
B
zeeegel
C
zee-egel

Slide 13 - Quiz

Regel 3: tussenletters
Tussen de woorden van een samenstelling gebruik je vaak extra letters, dit zijn tussenletters.
Om te weten welke tussenletters je gebruikt, moet je het eerste woord eerst in meervoud zetten.


Slide 14 - Diapositive

Hoe schrijf je....
A
groentesoep
B
groentensoep

Slide 15 - Quiz

Tussenletters
Eindigt het eerste deel in het meervoud op -en of -n, maar nooit op -s, dan krijgt het woord in een samenstelling de tussenletters -en of -n.
Bijvoorbeeld:
Tandenborstel
Kattenkruid
Enveloppenverpakking

Slide 16 - Diapositive

Tussenletters
Kun je het eerste deel van het woord in het meervoud zowel met -(e)n als met -s schrijven, dan gebruik je de tussenletter -e.
Bijvoorbeeld:
Vitaminepillen (vitaminen/vitamines)
Secondewijzer (seconden/secondes)
Groentesoep (groenten/groentes)

Slide 17 - Diapositive

Tussenletters
Je schrijft een tussenletter -s, als je deze hoort in de uitspraak van het woord.
Bijvoorbeeld:
Bakkersroom
Streepjescode
Verlovingsring


Slide 18 - Diapositive

Welke samenstelling klopt?
A
apentrots
B
apetrots
C
secondenwijzer
D
secondeswijzer

Slide 19 - Quiz

Opdrachten
353, 354, 355

Slide 20 - Diapositive

Klopt 
dit?

Ja?
of
nee?

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive