Onregelmatige werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Nederlands

Start les

Zit je op je eigen plek?

Is je mobiel uit het zicht?

Zijn je oortjes uit?

Hangt je jas aan de kapstok?

Zijn je pet en capuchon af?

Je bent stil bij start les.

Deze les...

- Samen lezen

- Doelen doornemen

- Uitleg en oefening onregelmatige werkwoorden 

- Maken opdrachten - onregelmatige werkwoorden

Samen 'Split second' lezen

Lesdoel

- Ik kan moeilijke onregelmatige werkwoorden correct spellen.

Regels persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)

Je hebt geleerd dat er drie manieren zijn om de pvtt te spellen:

- ik-vorm

- ik-vorm+t

- hele werkwoord

Bij moeilijke onregelmatige werkwoorden gelden deze regels niet.

Onregelmatige werkwoorden

De persoonsvormen (tt en vt) van onregelmatige werkwoorden schrijf je niet volgens vaste regels. Ook het voltooid deelwoord is vaak anders.

De vormen van deze werkwoorden moet je uit je hoofd leren.

Onregelmatige werkwoorden

De grote 5:

Zijn, hebben, willen, kunnen en zullen

Onregelmatige werkwoorden

Bijvoorbeeld:   tt      zijn      -          vt         zullen

    ik                           ben   - was         zal   -    zou

    jij                           bent   - was        zult  - zou

    hij/zij/het           is - was                 zal  -  zou

    wij/jullie/zij       zijn  - waren      zullen -zouden

 

   ik ben                 geweest

Onregelmatige werkwoorden

Bijvoorbeeld:       kunnen

    ik                           kan                            kon

    jij                           kan / kunt               kon

    hij/zij/het          kan                             kon

    wij/jullie/zij      kunnen                     konden

    ik heb                 gekund

Oefening

Wat is de juiste vorm van het onregelmatige werkwoord in.

ROEP NIET, STEEK JE VINGER OMHOOG.

Je (zullen) wel moe zijn na zo'n intensief weekend.

De docent veronderstelt dat iedereen het huiswerk gemaakt (hebben).

Hij (willen) dat vandaag geregeld hebben.

(zijn) jij niet verbaasd over die prestatie?

Roy en Max (willen) gisteren naar de bioscoop gaan.

De coach (zijn) afgelopen zaterdag tevreden over de wedstrijd.

(zullen) jij dat misschien voor mij willen doen?

Aan de slag!

 Onregelmatige werkwoorden:

Opdrachten -1 tot en met 11.

Let goed op of je tegenwoordige of verleden tijd 

moet gebruiken!

Ben je klaar? Dan wil ik dat je gaat trainen met onregelmatige werkwoorden of persoonsvorm tt.

https://dashboard.blooket.com/set/629efe8f2dac3a42a1370bd6

Ik kan onregelmatige werkwoorden
correct spellen.

😒🙁😐🙂😃

Afsluiting

Volgende les

Gaan we verder met mixed opdrachten. 

Zijn er nog vragen?

Controleer of je huiswerk hebt