Weet je het nog?
Hele werkwoord - stam - ik-vorm
1. Ik --> ik-vorm ik loop, ik fiets, ik vind
2. Jij, je erachter --> ik-vorm loop jij? fiets jij? vind jij?
3. Hij, zij, het --> ik-vorm + t hij loopt, zij fietst, Tim vindt
4. Meervoud --> hele ww wij lopen, jullie fietsen, zij vinden