Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Herhaling toetsstof TM3
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
pv
wg
ng
ow
lv
mv
bwb
zww
kww
Zet de zin in een andere tijd of getal.
Een samengestelde zin bevat meerdere .........
Een van de laatste ww's is een kww
Het ondewerp is iets
Hetgeen dat iets doet of is.
Een van de laatste werkwoorden is een zelfstandig werkwoord
Wie/wat + gezegde?
'te' en 'aan het' hoort er ook bij
wat/wie + gezegde + ow
een ng bevat nooit een .....
begint nooit met een voorzetsel
aan/voor - wie/wat + wg + ow?
Je vindt het met alle vraagwoorden. Behalve wie/wat.
Het is het laatste ww van de zin.
concrete betekenis
bleef, geworden, is, heet
wandelen, geloven, weten
Uit je hoofd leren!
Slide 4 - Question de remorquage
Noteer alle koppelwerkwoorden
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Ontleed de volgende zin:
Op wat oases na is het land Egypte alleen vruchtbaar langs de rivier de Nijl. pv-ow-wg/ng-lv-mv-bwb
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Toen de steden later opkwamen, verminderde de macht van de adel, doordat de rijke kooplieden meer invloed kregen.
De meeste voetbalkenners twijfelen eraan of Nederland ooit nog wereldkampioen wordt.
Bovenaan stond de keizer en onder hem kwam de adel en nog lager volgende de burgers en de boeren.
H+B
B+H
B+H+B
H+H+H
H+B+H
B+B+H
Slide 15 - Question de remorquage
Slide 16 - Diapositive
Benoem de functie van de bijzinnen
Wie niet komt trainen, moet niet verwachten dat hij zaterdag in de basis staat.
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Woord-, woordgroep-. of zinsniveau? Voor- of achterwaarts?
De regisseur van de theatergroep roept zowel ervaren als beginnende acteurs op auditie te komen doen.
Slide 23 - Question ouverte
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Bepaal of de samentrekking correct of foutief is. Leg uit waarom!
Mijn vader is op zijn twintigste verliefd geworden op mijn moeder en is dat op zijn veertigste nog steeds.
Slide 28 - Question ouverte
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Verbeter de foutieve beknopte bijzin
a - Geplaatst in de hoeken van uw kamer zullen uw cd's via deze kwaliteitsboxen prachtig klinken. b - Mijn kroket kwam druipend van het vet uit de frituurpan.
Slide 34 - Question ouverte
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Volgens de klantenservice zou het pakket al geleverd moeten zijn.
De computer werd gelukkig binnen twee dagen gerepareerd.
De leerlingen hielden een fel betoog over de veiligheid op school.
De ouders van een vriend gaan in de zomervakantie trouwen op Bali.
lijdend
lijdend
lijdend
bedrijvend
bedrijvend
bedrijvend
Slide 40 - Question de remorquage
Slide 41 - Diapositive
Slide 42 - Diapositive
Slide 43 - Diapositive
Zet om van bedrijvend naar lijdend. Let op congruentie en tijd.
a - Wij hebben afgelopen week heel wat uurtjes op de kermis doorgebracht.
b - Mijn zus zou haar lievelingsknuffels van vroeger nooit weggegooid hebben.
Slide 44 - Question ouverte
Slide 45 - Diapositive
Slide 46 - Diapositive
Slide 47 - Diapositive
Zet om van lijdend naar bedrijvend. Let op congruentie en tijd.
a - Zou die oude loods echt door de aannemer verbouwd kunnen worden tot woonhuis? b - Als verrassing zijn de drie vrienden door Ryan meegenomen naar de wildwaterbaan.