2 november
1 / 26
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Slide 2 - Lien
Slide 3 - Lien
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
de tak is dun
de..............tak
de..............tak
Slide 14 - Question ouverte
de zon is geel
de ......zon
de ......zon
Slide 15 - Question ouverte
De trui is duur
A
de duure trui
B
de dure trui
C
de durre trui
D
de duurre trui
Slide 16 - Quiz
restaurant
Slide 17 - Carte mentale
0
Slide 18 - Vidéo
Wie wil een broodje gezond en een kroket?
A
de man
B
de vrouw
Slide 19 - Quiz
Wie bestelt twee broodjes kaas?
A
de man
B
de vrouw
Slide 20 - Quiz
Wat eten de kinderen?
A
friet
B
broodje kroket
C
pannenkoeken
D
broodje kaas
Slide 21 - Quiz
Wat moet de man betalen?
A
30,55 euro
B
40,55 euro
C
25, 00 euro
D
50,55 euro
Slide 22 - Quiz
0
Slide 23 - Vidéo
Wat wil de klant drinken?
A
zwarte koffie
B
koffie met suiker
C
koffie met suiker en melk
D
cappuccino
Slide 24 - Quiz
Wat is het probleem als hij de koffie krijgt?
A
het lepeltje is vies
B
er zit geen suiker in
C
er zit melk in de koffie
D
er zit te veel suiker in
Slide 25 - Quiz
Wat vindt de klant van koude koffie?
