12.1 Voorkomen is beter dan genezen ll

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 12.1 Voorkomen is beter dan genezen
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 12.1 Voorkomen is beter dan genezen

Slide 1 - Diapositive

H12 Gezondheid: overzicht
12.1 Voorkomen is beter dan genezen (huid/ slijmvliezen/planten)
12.2 Eigen afweer en antibiotica
12.3-1 Specifieke afweer deel 1
12.3-2 Specifieke afweer deel 2
12.4 Bloedgroepen
12.5 Als het misgaat (kanker/ virussen/ allergieën)

Slide 2 - Diapositive

Doel en begrippen 12.1 deel 1
  • Je leert welke barrières er tegen ziekteverwekkers zijn bij mensen en hoe ze werken.
  • Je herkent afweermechanismen bij planten

-gezonde leefstijl, bouw huid, slijmvlies,
-mechanische afweer, signaalstoffen, chemische afweer, middenlamel, 

Slide 3 - Diapositive


Welke factoren beïnvloeden
de gezondheid?

Slide 4 - Carte mentale

Factoren die de gezondheid beïnvloeden

Lichamelijke factoren (bewegen, gezond eten, hygiëne)
Psychische factoren (stress)
Sociale factoren (gezondheidszorg, economische omstandigheden, leefstijl)
Erfelijke factoren (erfelijke ziektes)

Slide 5 - Diapositive

ziekteverwekkers
bacteriën, virussen , schimmels
ziekteverwekkers

Slide 6 - Diapositive

Ziekteverwekkers
- Bacteriën (niet alle!)
- Schimmels
- Virussen
- Parasieten
- Gifstoffen

Infectie: een ziekteverwekker is je inwendige milieu binnengedrongen (bloed/ weefsel/ lymfe/ cellen)

Slide 7 - Diapositive

Bacteriën
Vermeerderen zich
door ongeslachtelijke 
voortplanting (mitose) 
bij gunstige omstandigheden.
Alle bacteriën in een kolonie zijn genetisch identiek aan elkaar, ze zijn elkaars klonen.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Stel, je hebt één bacterie in je mond niet kunnen wegpoetsen. De bacterie deelt elke 20 minuten.
Je gaat om 22.00 uur naar bed. Hoeveel bacteriën zijn er ’s morgens om 7.00 uur in je mond?

Slide 10 - Question ouverte

Bacteriën
Onder ongunstige
omstandigheden vor-
men ze sporen.

In een spore staan de levensprocessen stil. De spore vormt weer een levende bacterie als de omstandigheden weer goed zijn.

Slide 11 - Diapositive

Wat zijn ongunstige omstandigheden voor bacteriën? Noem er minstens 2!

Slide 12 - Question ouverte

Schimmels
Vormen lange draden
van 1 cellaag dik.
Die schimmeldraden heten
mycelium.
Schimmels kunnen zich ongeslachtelijk en geslachtelijk voortplanten.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Virussen
Erfelijk materiaal (RNA
 of DNA) in een
eiwitmantel.

Ze vermeerderen met behulp van een gastheercel.
Leven ze?

Slide 15 - Diapositive

1e verdedigingslinie
Dekweefselcellen (epitheelcellen) beschermen de mens tegen ziekteverwekkers en andere schadelijke invloeden van buiten.


Dekweefselcellen bevinden zich in de huid en in de wand van organen die direct in verbinding staan met de buitenwereld. 

Welke organen zijn dat? 


Slide 16 - Diapositive

Welke organen staan in directe verbinding met de buitenwereld?

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Bekijk de afbeelding. Hier zie je de bovenste laag van het luchtwegslijmvlies.

Noteer TWEE verschillende wijzen waarop dit slijmvlies bijdraagt aan de afweer van een persoon/dier.

Slide 19 - Question ouverte

Huid
De huid beschermt tegen ziekteverwekkers, tegen kou/ warmte en tegen UV straling.

Vacht, vetlaagje onder de huid (in het onderhuids bindweefsel), zweetklieren, pigment.



Slide 20 - Diapositive

Huid: kou/ hitte
Bij kou: minder doorbloeding van de huid -> minder warmteverlies

Bij hitte: meer doorbloeding van de huid -> meer warmteverlies + verdamping van zweet.

Slide 21 - Diapositive

Hoe wordt de doorbloeding van je huid geregeld?

Slide 22 - Question ouverte

Onderhuids
bindweefsel

Haarzakjes met haren
Drukzintuigen
Vetweefsel

Slide 23 - Diapositive

Lederhuid

Spieren en talgklieren (haren)
Zweetklieren
Warmte en koude zintuigen
Tastzintuigen

Slide 24 - Diapositive

Zweetklieren zijn: exocriene klieren

Wat zijn endocriene klieren?

Slide 25 - Diapositive

Bouw zweetklieren

Slide 26 - Diapositive

Opperhuid

Kiemlaag en hoornlaag

Slide 27 - Diapositive

Kiemlaag
Huidstamcellen
Pigmentvormende cellen
 

Slide 28 - Diapositive

Kiemlaag

Slide 29 - Diapositive

UV-licht stimuleert pigmentvormende cellen (melanocyten) om pigmentkorrels (melaninen) te maken. Dit worden verdeeld over cellen in de opperhuid. 
Pigmentkorrels houden UV straling tegen, voorkomt DNA schade. 

Slide 30 - Diapositive

Hoornlaag
Dode cellen
Vetlaagje (talg)
 

Slide 31 - Diapositive

Andere epitheelcellen
Op plekken waar geen huid zit produceren epitheelcellen:
  • Traanvocht (met anti-bacterie-enzymen)
  • Slijm (vangt ziekteverwekkers en stof) -> slijmvliezen
  • Zoutzuur (in de maag - doodt ziekteverwekkers)

Ook hebben deze epitheelcellen soms trilharen die het slijm naar buiten werken. Bijvoorbeeld in de luchtpijp.

Slide 32 - Diapositive

Sleep de voorbeelden naar de juiste categorie.
chemische afweer
mechanische afweer
Maagzuur doodt ziekteverwekkers door de lage pH
In traanvocht zitten bacteriedodende stoffen
De cellen van een slijmvlies zitten heel dicht tegen elkaar aan
op de huid zijn veel goede bacteriën die ziektekiemen wegconcurreren
op slijm blijven microorganismen plakken die worden weggevoerd
planten trekken predatoren aan met lokstofjes

Slide 33 - Question de remorquage

Afweer Planten 
Planten beschermen zich tegen vraat via:
- mechanische afweer (stekels, doornen)
- mutualistische relaties (bijv. mieren in acacia, sluipwesp)
- chemische afweer (bittere smaak, brandharen met gif)

Slide 34 - Diapositive

Mechanische afweer
bij planten
Stekels
Doorns

Slide 35 - Diapositive

Chemische afweer planten
Reuzen berenklauw (2e foto): Furocoumarine – fototoxische stof
wordt actief onder invloed van zonlicht (brandwonden)

 

Slide 36 - Diapositive

Chemische afweer planten
Venijnboom/Taxus: gifstof taxine, gebruikt voor chemo bij kanker
zit in de zaadjes, de besjes zijn wel eetbaar.


 

Slide 37 - Diapositive

Welke stoffen produceren brandnetels? (lees blz 124)

Slide 38 - Question ouverte

Slimme afweer bij planten

Slide 39 - Diapositive

Leg uit hoe sluipwespen ook kunnen worden gebruikt voor biologische bestrijding

Slide 40 - Question ouverte

Een slimme samenwerking
De mier Pseudomyrmex ferrigineus krijgt kost en inwoning van de stierenhoornacacia, Acacia cornigera. In ruil daarvoor beschermt hij de boom tegen vretende dieren en klimplanten en haalt hij zaailingen weg rond de stam. Een samenwerkingsrelatie waar beide partijen iets aan hebben. 


Bescherming door symbiose tussen de acaciaplant en mieren.
Hoe?
Welke symbiose?
(antwoord in de volgende dia)

Slide 41 - Diapositive

symbiose bij acacia verdediging is
A
parasitisme
B
mutualisme
C
commensalisme

Slide 42 - Quiz

Bescherming door een celwand

Slide 43 - Diapositive

Opdracht
Lees het stukje 'celwand' in 12.1 en bekijk bron 4

Slide 44 - Diapositive

Uit welke stof/stoffen bestaat de primaire celwand?
A
pectine
B
cellulose
C
cellulose en andere houtstoffen

Slide 45 - Quiz

Opdracht
Lees nu 12.1 en maak 12.1

Slide 46 - Diapositive