WAMDES Masterclass Effectief pitchen

WAMDES: Effectief pitchen
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
WatermanagementHBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

WAMDES: Effectief pitchen

Slide 1 - Diapositive

Wat heeft een nieuw kabinet met pitchen te maken?

Slide 2 - Diapositive

Pitchen

Slide 3 - Carte mentale

Doel pitch: Bij deelnemers aan carrousel constructieve feedback ophalen

Slide 4 - Diapositive

Maak gebruik van geleerde lessen tijdens WAMDCI (jaar 1)

Slide 5 - Diapositive

PPT-presentatie + Feedbackformulier

Slide 6 - Diapositive

Welke tips heb je voor een effectieve pitch voor WAMDES?

Slide 7 - Question ouverte

Tips ter voorbereiding van effectieve pitch (1)
  • Start met waarom: De deelnemers aan de carrousel hebben weinig tijd om feedback te geven op jouw ontwerp/verhaal. Daarom is het extra belangrijk dat je jouw boodschap tot de absolute kern ontleedt.
  • Breng structuur aan: Ten eerste is het voor jezelf makkelijker te onthouden. Ten tweede is het voor de deelnemers beter te volgen. Een goede pitch heeft een duidelijke kop, romp en staart.  In de kop start je met een krachtige opening en vertelt je meteen jouw kernboodschap (zie tip 1). In de romp legt je uit waarom jouw ontwerp/verhaal relevant is voor de deelnemer (zie tip 4). In de staart sluit je af met een concrete ‘all to action’ (zie tip 7).
  • Verplaats je in de rol van ruimtelijke planners van de Gemeente Rotterdam: Weet wat zij als ruimtelijk planners belangrijk vinden en waarmee je hun aandacht kunt krijgen. Maak contact met hen.
  • Maak het relevant! Zorg ervoor dat de pitch interessant is voor de deelnemers. Als het de moeite waard is, zullen ze er (extra) goed naar luisteren en daardoor beter constructieve feedback kunnen geven.

Slide 8 - Diapositive

Tips ter voorbereiding van effectieve pitch (2)
  • Verbind jouw ontwerp/verhaal aan een probleem/vraagstuk: Met jouw pitch laat jij zien hoe jouw ontwerp/verhaal de boulevard (in meerdere opzichten) kan verbeteren. Focus op de belangrijkste thema’s en (meekoppel)kansen. Neem anekdotische of verhalende elementen op in je pitch om aan te tonen hoe jouw ontwerp/verhaal aan een echte behoefte voldoet.
  • Wees eerlijk en realistisch: Geef aan waar volgens jou nog verbetering nodig is. Stel open vragen aan de deelnemers over mogelijke verbeterpunten en waarom (vraag door zodat de feedback zo concreet mogelijk wordt!). Je kunt ook knelpunten of dilemma’s voorleggen en de deelnemers daarop laten reageren.
  • Zorg voor een knallend einde: Sluit de pitch af met een krachtige uitsmijter; een oneliner die terugpakt op jouw kernboodschap (zie tip 1). Stel vervolgens een goede vraag waarmee je de deelnemers uitdaagt om met constructieve feedback te komen. Vraag door om zoveel mogelijk feedback te krijgen.
  • Oefenen leidt tot perfectie: De beste pitchers hebben zich ontwikkeld door heel vaak te oefenen.
  • Bedenk… er is leven na een pitch: Van een niet succesvolle pitch leer je veel. Met dit inzicht kun je jouw pitch verbeteren, zodat het bij de volgende deelnemers beter gaat.

Slide 9 - Diapositive

Welke advies klopt?
A
Aandacht focussen op datgene waarover jij tevreden bent
B
Feedback altijd overnemen
C
De vraag stellen: Kunt u zich in mijn ontwerp en verhaal vinden?
D
Neutrale houding innemen

Slide 10 - Quiz

Tips voor tijdens de pitch (1)
  • Neem een rustige houding aan wanneer je naar het scherm kijkt. Straal waar mogelijk energie uit (niet forceren!). Dit is prettig om naar te kijken.
  • Vermijd achtergrondgeluid dat kan afleiden.
  • Zorg ervoor dat in ieder geval voorafgaand en na afloop van de pitch de gezichten van jou en de deelnemer in het scherm te zien zijn. Hierdoor maak je persoonlijk contact waardoor het gesprekje beter verloopt.
  • Wees daadwerkelijk geïnteresseerd in de deelnemers.
  • Stel je oordeel uit en neem een neutrale houding in richting de deelnemers.
  • Ga niet voor de deelnemers invullen wat zij volgens jou belangrijk vinden, denken, willen en wensen (= ‘mind readen’)! Stel hen open vragen over wat ze (van onderdelen) van jouw ontwerp/verhaal vinden.
  • Bedenk vooraf open W-vragen (Wat, Waarom, Waar, Wie, Wanneer en Hoe) waarmee je de soort gewenste informatie boven tafel kunt halen.
  • Luister naar feedback, vat samen (= check) en vraag door voor zoveel mogelijk informatie (LSD: Luisteren, Samenvatten, Doorvragen). 

Slide 11 - Diapositive

Tips voor tijdens de pitch (2)
  • Vraag ook naar verbetersuggesties! Vraag door om zoveel mogelijk constructieve feedback te krijgen. Hoe meer specifieke feedback je krijgt, hoe meer je daarmee jouw ontwerp/verhaal kunt verbeteren!Ga niet jezelf verdedigen wanneer een deelnemer een andere mening heeft dan jij. Vraag door om erachter te komen hoe het volgens die deelnemer beter kan en waarom. Met deze informatie kun jij jouw ontwerp/verhaal verbeteren. Je kunt ook feedback beargumenteerd negeren.
  • Raak niet geïrriteerd wanneer een deelnemer (steeds) negatief reageert. Vraag wat die deelnemer wél wil.
  • Doe geen uitspraken die echt onrealistisch zijn (= sprookje). Het is belangrijk dat de deelnemers je serieus blijven nemen en vanuit die houding constructieve feedback geven.
  • Neem niet klakkeloos de feedback over, zonder dat je zelf goed nadenkt over de wijze waarop je feedback kunt koppelen aan jouw verhaal/ontwerp. Bedenk bijv. hoe je met evt. tegengestelde meningen van deelnemers om gaat.

Slide 12 - Diapositive

Welke open vraag kun je stellen om te achterhalen wat goed is?

Slide 13 - Question ouverte

Welke open vraag kun je stellen om te achterhalen wat nog onvoldoende is?

Slide 14 - Question ouverte

Welke vraag vind jij het prettigst om te stellen?
Wat vindt u goed aan mijn verhaal en ontwerp?
Op welke punten kan ik mijn verhaal en ontwerp verbeteren?
Waarmee zou ik u enthousiaster kunnen maken?
Wat vindt u van mijn verhaal en ontwerp?
Wat stelt u teleur in mijn verhaal en ontwerp?
Welke kans heb ik laten liggen?
Welk risico ziet u?
Anders

Slide 15 - Sondage

Succes met jullie pitches!

Slide 16 - Diapositive