In de afbeelding is in tekening 1 een jong van een Maleise tapir getekend. In tekening 2 is hetzelfde dier twee jaar later getekend.
Heeft het jonge dier hetzelfde fenotype als het volwassen dier?
A
ja
B
nee
1 / 24
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2
Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
In de afbeelding is in tekening 1 een jong van een Maleise tapir getekend. In tekening 2 is hetzelfde dier twee jaar later getekend.
Heeft het jonge dier hetzelfde fenotype als het volwassen dier?
A
ja
B
nee
Slide 1 - Quiz
In tekening 1 van afbeelding 1 is een jong van een Maleise tapir getekend. In tekening 2 is hetzelfde dier twee jaar later getekend.
Heeft het jonge dier hetzelfde genotype als het volwassen dier?
A
ja
B
nee
Slide 2 - Quiz
Hebben alle kinderen van dezelfde ouders hetzelfde DNA?
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quiz
Kunnen door mutaties en geslachtelijke voortplanting organismen ontstaan met nieuwe genotypen?
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quiz
Heeft een lichaamscel van een mens 46 chromosomen?
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quiz
Is een albino een mutant?
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quiz
Verandert bij celdeling de informatie voor erfelijke eigenschappen?
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quiz
Is straling een mutagene invloed?
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quiz
Zijn door klimaatverandering diersoorten uitgestorven?
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quiz
Zijn het ontstaan en uitsterven van diersoorten allebei onderdelen van evolutie?
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quiz
Kevin heeft veel getraind. Zijn spieren zijn hierdoor dik geworden.
Wat is er bij Kevin veranderd?
A
alleen fenotype
B
alleen genotype
C
fenotype en genotype
D
geen van alle.
Slide 11 - Quiz
De snoek vangt vis A. Vis B was sneller dan vis A. Daardoor kon vis B ontsnappen.
Waarvan is dit een voorbeeld?
A
van evolutie
B
van geslachtelijke voortplanting
C
van natuurlijke selectie
Slide 12 - Quiz
Jay-linn en Chenoa praten over chromosomen. Jay-linn zegt ‘Chromosomen bevatten veel genen.’ Chenoa zegt ‘Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA.’ Wie heeft, of wie hebben gelijk?
A
Alleen Jay-linn.
B
Alleen Chenoa
C
Jay-linn en Chenoa hebben beide gelijk
Slide 13 - Quiz
Het klein Robertskruid is een plant uit de ooievaarsbekfamilie. De eicellen van deze plant bevatten 16 chromosomen.
Hoeveel chromosomen bevat een cel van een blad van het klein Robertskruid?
A
8
B
16
C
32
Slide 14 - Quiz
Hoeveel miljoen jaar geleden begon de ontwikkeling van de apen van de oude wereld als aparte groep? (klik op afbeelding voor groter versie)
A
Ongeveer 25 miljoen jaar geleden.
B
Ongeveer 35 miljoen jaar geleden.
C
Ongeveer 37 miljoen jaar geleden.
Slide 15 - Quiz
Aan welke groep zijn de gorilla’s het meest verwant volgens de stamboom?
A
aan de apen van de nieuwe wereld
B
aan de apen van de oude wereld
C
de chimpansees
Slide 16 - Quiz
Wanneer komt het genotype van een baby tot stand?
A
Bij de vorming van de eicel.
B
Bij de geboorte van de baby.
C
Bij de bevruchting van de eicel.
Slide 17 - Quiz
Wat is evolutie?
A
Evolutie is het ontstaan van nieuwe soorten doordat organismen met de oorspronkelijke vorm uitsterven.
B
Evolutie is de ontwikkeling van leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.
C
Evolutie is de grotere overlevingskans van individuen met een betere aanpassing aan het milieu.
Slide 18 - Quiz
Wat is de juiste volgorde van levensvormen? (van oud naar jong)