fictie opdr. 5

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Fictie

opdracht 5: Gedicht

ELO

Gedicht/Poëzie

Wat weet je nog over een gedicht?

 Schrijf de kenmerken van een gedicht op in je schrift/laptop.

vorm van een gedicht

Hoe kan een gedicht eruit zien?

Hoe begin je aan een gedicht?

-> maak een woordweb over het thema

-> zoek foto's/afbeeldingen over het thema voor inspiratie

wat is beeldspraak?

- een vergelijking maken

- een metafoor gebruiken

vergelijking:

- Hij was zo bang als een konijn.

  = object                           = beeld

- Haar rode haren waren zo mooi als een vlammenpracht.

- Die voelde zich zo vrij als een vogel.

metafoor

- Haar rode haren waren zo mooi als een vlammenpracht.

       = object                                                                      = beeld

Bij een metafoor noem je alleen het beeld:

    -> Daar stapt die vlammenpracht binnen.

                                             beeld

enjambement H4.2 - blz. 102

Niks aan

Nu gaan we dus zoenen. Geen flauwekul, het was

afgesproken dat we dat nu zouden doen.

-> Wat gebeurt er bij deze dichtregels?

Lees in de ELO opdracht 5

Start met het woordweb! (op de laptop)

Morgen je woordweb meenemen naar de les.

inleverdatum opdracht 5

vrijdag 25 maart !!