Week 36 - 2M

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Week 36

Natuurkunde en Scheikunde

2M4

2M2 - plattegrond - zie mail

Classroom

• Schrijf je in voor de classroom
• Zie Magister voor de link 

Boeken

Spullen

Planning Periode 1

Voor de toetsweek gaan we behandelen:

• Hoofdstuk 1: onderzoeken

       > onderzoeken en ontdekken

       > schatten en meten

       > gegevens verwerken

• Hoofstuk 6: licht

       > zien, schaduwen, spiegelen, ...

Wat hebben we tot nu toe behandeld?

• ?

Leerdoelen week 35

• Je weet het verschil tussen Natuurkunde en Scheikunde
• Je  weet hoe je iets kunt onderzoeken en wat daarbij komt kijken (beginnen met een onderzoeksvraag, een werkplan maken, de proef uitvoeren, waarnemingen doen, een verslag schrijven met een conclusie en discussie)

Leerdoelen week 36

• Je weet waarom meten beter is dan schatten
• Je weet het verschil tussen een eenheid en een grootheid
• Je weet wat nauwkeurigheid met eenheid te maken heeft
• Je weet hoe je eenheden omrekend
• Je weet hoe je meetinstrumenten afleest

Huiswerk nabespreken

• Opgaven 2 t/m 15 uit opgavenboek A (pagina 7 t/m 9)
• vorige week hadden jullie een kopie gekregen

Demo ballon op weegschaal

Demo ballon op weegschaal

Waarom is meten beter dan schatten?

• Hoe meet je iets? 
• Noem een situatie wanneer het belangrijk is dat je heel nauwkeurig iets meet
• Wat kan je allemaal meten?
• Waarin kan je dat meten?

Wat is een eenheid?

Wat is een grootheid?

Lengte:

- Eenheid: meter

- 1/10.000.000e deel van de helft van de lengte van de evenaar tot de noordpool

Wat zijn andere grootheden?

• Tijd 
• Lengte
• Massa
• Gewicht
• Temperatuur
• Volume

Afgeleide grootheid

• Snelheid
  

Welke eenheden horen hierbij?

• Tijd ==> seconde, uur, dag, week, ...
• Lengte ==> meter, kilometer, centimeter, ...
• Massa ==> kilogram, gram, milligram, ... 
• Gewicht ==> newton
• Temperatuur ==> graad Celcius, Kelvin
• Volume ==> liter, kubieke meter, milliliter 

Afgeleide grootheid

• Snelheid ==> meter per seconde, kilometer per uur
  

Wat meet ik hier

• Welke grootheid meet ik hier?
• Welke eenheid hoort hierbij?
• Hoe heet deze methode? 

Hoe reken je eenheden om?

Hoe nauwkeurig meet je?

Hoe lees je meetinstrumenten af?

Practicum snelheid

• Nodig: handleiding, auto, geo, meetlint
• Werk in tweetallen
• Duur: 20 minuten
• Klaar: begin met het huiswerk

Huiswerk

• Opgaven 2 t/m 23 van paragraaf 1.3 uit activiteitboek A (pagina's 22 tot 25)
• Volgende week een oefentoets over grootheden en eenheden
• En wederom: neem de juiste spullen mee

Om te onthouden

Leerdoelen week 36

• Je weet waarom meten beter is dan schatten
• Je weet het verschil tussen een eenheid en een grootheid
• Je weet wat nauwkeurigheid met eenheid te maken heeft
• Je weet hoe je eenheden omrekend
• Je weet hoe je meetinstrumenten afleest

Wat heb je deze les geleerd?