3.3 Natuurlijke landschapszones op aarde

3.3 Natuurlijke landschapszones

1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.3 Natuurlijke landschapszones

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van de les
- Welke landschapszones er zijn
- Wat de kenmerken zijn van deze landschapszones

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Death Valley
Woestijnvallei in California

goudzoekers verdwaalde op weg naar het goud,
vandaar de naam

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Juli 2020: Extreme hitte in Death Valley: temperaturen tot 54°C
Bij H of L droogte?
L = wolkenvorming en neerslag
H = droog

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

3.3 Natuurlijke landschapszones
= gebied met dezelfde natuurlijke kenmerken

= klimaat (neerslag/ temperatuur)
= gesteente
= relief
= plantengroei/ vegetatie

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De 6
geo-
factoren

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Landschappen veranderen
door menselijk ingrijpen;
door natuurlijke veranderingen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken klimaat & vegetatie
Tropische zone
Subtropische zone
Gematigde zone
Boreale zone
Polaire zone
Aride zone

Slide 9 - Diapositive

Benadruk de aride zone:
- ook koude woestenen
- ook door hogedrukgebieden bij de keerkringen droogte

De landschapszones

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tropische zone
tropisch regenwoud en savanne (kenm)

> Wat is het verschil tussen tropisch regenwoud en savanne?
> Hoe ontstaat dit verschil? 

Slechte vruchtbaarheid, dunne humuslaag
-> te sterke chemische verwering (hoge temperatuur en veel neerslag = uitspoeling)
Landbouw: Zwerflandbouw, plantages
Humus?
Laag waar planten hun voedingsstoffen vandaan halen
Bodemleven: schimmels, bacterien, wormen.
Plek waar bodemleven wordt gevoed

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aride zone
Steppe en woestijn (kenm)

> Wat is het verschil tussen woestijn en steppe?
> Hoe ontstaat dit verschil? 

Landbouw: nomaden en irrigatie
Misconcepties?  temperatuur en gesteenten

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen en verwerken
Lezen: paragraaf 3.3
Maken: opgaven 2 t/m 5

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
Huiswerk 
landschapszones uitleg
opdrachten

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken klimaat & vegetatie
Tropische zone
Subtropische zone
Gematigde zone
Boreale zone
Polaire zone
Aride zone

Slide 17 - Diapositive

Benadruk de aride zone:
- ook koude woestenen
- ook door hogedrukgebieden bij de keerkringen droogte

Subtropische zone
Overgang naar gematigde zone

Droge zomer, milde winter -> Middellandse zeegebied -> irrigatielandbouw

Hele jaar vochtig of droge winter ook mogelijk 


Drie groepen plantensoorten
  1. bladhoudende loofbomen
  2. bladverliezende struiken tijdens droogte
  3. Maquis: doornachtig struikgewas, houdt blad.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gematigde zone
Oorspronkelijk loofbos -> cultivering door mens 

Koelere grassteppes -> nomaden, nu graanbouw

Bodems vruchtbaar; humuslaag door bladeren

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Boreale zone
Naaldbos / taiga
Nauwelijks op Zuidelijk Halfrond

Te koud voor landbouw, dus bosbouw 

Podzolbodems 
Meer neerslag dan verdamping -->
uitspoeling voedingsstoffen

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Polaire zone
Toendra en landijs

> Wat is het verschil tussen Toendra en landijs?
> Hoe ontstaat dit verschil? 

Nomaden, jacht op rendieren en visserij
Permafrost

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen en verwerken
Opgave 6 & 7


timer
15:00

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
- Welke landschapszones er zijn
- Wat de kenmerken zijn van deze landschapszones

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag 
Huiswerk
oefenen/herhaling
start 3.4

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Boomgrens niet recht?
- afstand tot zee
- hoogteligging
- warme of koude zeestroom

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 7
Atlas 134/135 (En verder)
244



7d

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 8
Atlas 245
Vraag 8e
De Golfstroom zorgt in West-Europa voor een milder klimaat (oorzaak),
 waardoor boreale vegetatie tot op hogere breedte mogelijk is (gevolg).

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de landschapszones naar het juiste gebied
Polaire zone
Boreale zone
Gematigde zone
Subtropische zone
Aride Zone
Tropische zone

Slide 32 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Landschapszones liggen globaal...
A
van oost naar west en andersom
B
van noord naar zuid en andersom
C
willekeurig
D
van hoog naar laag en andersom

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de plaatje van de juiste landschapszone bij de juiste plek op de wereld.

Let op: ééntje blijft er over.

Slide 34 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de foto naar de juiste plek in Afrika

Slide 35 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een landschapszone en een klimaat?
A
een landschapszone is een gebied met geofactoren, klimaat gaat over de atmosfeer
B
een landschapszone is een soort klimaat
C
een landschapszone is aaneengesloten, een klimaat niet
D
een landschapszone heeft een bepaalde temperatuur en neerslag

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De savanne is semi-aride door droge maanden.
Wanneer zijn die droge maanden?
A
In de maanden met hoge luchtdruk, als het ITCZ in de buurt ligt
B
In de maanden met hoge luchtdruk, als het ITCZ niet in de buurt ligt
C
In de maanden met lage luchtdruk, als het ITCZ in de buurt ligt
D
In de maanden met lage luchtdruk, als het ITCZ niet in de buurt ligt

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen tropisch regenwoud en savanne?
A
T. regenwoud is meer open, dat komt door de droge tijd
B
Savanne is meer open, dat komt door de droge tijd
C
T. regenwoud is meer open, dat komt door de natte tijd
D
Savanne is meer open, dat komt door de natte tijd

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tot welke landschapszone
behoort de savanne?
A
semi-humide
B
aride
C
tropisch
D
sub-aride

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aride betekent
A
vochtig
B
droog
C
warm
D
koud

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppel de klimaatgrafiek aan de juiste landschapszone. 


Boreaal
= bij landklimaat
Tropisch
= rond evenaar
Subtropisch
= bij 30 gr. breedte
Polair
= bij polen
Aride
= droogte

Slide 41 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Het mediterrane klimaat
komt voor in de ....
A
boreale zone
B
subtropische zone
C
tropische zone
D
gematigde zone

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is kenmerkend voor de subtropische zone?
A
steppe begroeiing
B
het ligt in de buurt van de evenaar
C
het heeft een droge tijd, vaak in de zomer
D
voldoende neerslag voor landbouw in de zomer

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de gematigde zone is er
A
meer verdamping dan neerslag
B
een evenwicht tussen neerslag en verdamping
C
meer neerslag dan verdamping
D
in irrigatiegebieden voldoende water

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke breedtegraad
ligt de polaire zone ?
A
0 breedtegraad
B
35-40 breedtegraad
C
75+ breedtegraad
D
50 breedtegraad

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekst
Tekst
Plaats in elke foto een groen vakje van de juiste plantengroei
steppe
regenwoud
 savanne
mediterraan
woestijn
loofwoud
naaldwoud, taiga
ijs
 toendra

Slide 46 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions