Les 3 - oefenexamen leesvaardigheid 2014-2015 deel 2

Examentraining leesvaardigheid
Oefenexamen 2014-2015
Tekst 2 "We gooien fantastisch eten weg"
Tekst 3 "Kopen"
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Examentraining leesvaardigheid
Oefenexamen 2014-2015
Tekst 2 "We gooien fantastisch eten weg"
Tekst 3 "Kopen"

Slide 1 - Diapositive





Deze informatie kun je weglaten

Slide 2 - Diapositive

12. Welk doel heeft de auteur met deze tekst?
A
De lezer informeren over de acties die Tristram Stuart voert om voedselverspilling tegen te gaan.
B
De lezer instrueren over de acties die Tristram Stuart voert tegen voedselverspilling
C
De lezer overtuigen om de acties van Tristram Stuart tegen voedselverspilling te steunen.

Slide 3 - Quiz

Tips: 
- Kijk naar de tekstvorm > Artikel
- Schrijversdoel > Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?
--> informatie geven (hoofddoel)

Slide 4 - Diapositive

13. Welke zin geeft het best de hoofdgedachte van de tekst weer?
A
De Brit Tristram Stuart voert een strijd om mensen te activeren om te helpen voedselverspilling tegen te gaan.
B
De Brit Tristram Stuart wil voedselverspilling verminderen in de landen waar de voedselverspilling het grootst is.
C
De Brit Tristram Stuart ziet veel mogelijkheden om voedselverspilling wereldwijd tegen te gaan

Slide 5 - Quiz

Tips
 - Wat is de belangrijkste uitspraak van de schrijver over het onderwerp? (theorie hoofdgedachte)
-Let op, het doel van de tekst moet te herkennen zijn in de hoofdgedachte.
- Welk antwoord is volledig? 

Slide 6 - Diapositive

14. In alinea 2 staat: “Maar van zo’n vondst wordt Tristram Stuart (1977) niet warm of koud meer.”
Waarom doet zo’n vondst hem niets meer?

A
Omdat hij inmiddels aan tafel zit met ministers, topbestuurders van bedrijven en de VN
B
Omdat hij is uitgegroeid van geschiedenisstudent in Oxford tot activist tegen voedselverspilling
C
Omdat hij tegenwoordig denkt in pallets, containers, zelfs tonnen weggegooid eten.

Slide 7 - Quiz

Alinea 2 > laatste zin..
...denkt hij in pallets, containers, zelfs tonnen weggegooid eten.

Slide 8 - Diapositive

15. In alinea 3 staat: “Stel je eens voor wat een verspilling van land, van energie.” Welk verband heeft de rest van alinea 3 met deze uitspraak.
A
Beschrijft een oplossing hiervoor
B
Geeft een reden hiervoor
C
schetst een voorwaarde hiervoor

Slide 9 - Quiz

alinea 3
“Tot voor kort maakte Marks & Spencer sandwiches van witte broden waarvan ze de kapjes en de eerste twee sneetjes weggooiden”, zegt Stuart, op bezoek in Nederland. ->Containers en containers vol kapjes. Dertienduizend sneetjes per dag van een enkele fabriek...."

Slide 10 - Diapositive

16. In alinea 4 staat dat in het boek Waste van Tristram Stuart een aantal beweringen wordt gedaan over voedsel. Zijn deze beweringen betrouwbaar?
A
Ja, want Tristram Stuart gebruikt feitelijke gegevens van de FAO.
B
Ja, want Tristram Stuart is een autoriteit op dit gebied.
C
Nee, want Tristram Stuart belicht het onderwerp slecht van één kant.
D
Nee, want Tristram Stuart heeft belang bij deze beweringen.

Slide 11 - Quiz

alinea 4:
"Daarin stond dat de wereld volgens de VN-landbouworganisatie FAO gemiddeld een derde van ons voedsel weggooit of vernietigt voordat het door mens of dier gegeten is.."

Slide 12 - Diapositive

17. Wat is het verband tussen alinea 4 en 5?
A
Alinea 4 en 5 vormen een opsomming.
B
Alinea 5 geeft een uitwerking van alinea 4.
C
Alinea 5 is een tegenstelling van alinea 4.

Slide 13 - Quiz

alinea 4 > 
Nog eens, om het goed door te laten dringen: ruwweg een derde van het geproduceerde voedsel gaat verloren.

alinea 5 (eerste zin)>
In Nederland wordt, heeft de Universiteit Wageningen berekend, tussen de 89 en 215 kilo per hoofd van de bevolking verspild.

Slide 14 - Diapositive

18. Wat presenteert de auteur in alinea 6?
A
interpretaties
B
veronderstellingen
C
voorbeelden

Slide 15 - Quiz

Alinea 6: enkele voorbeelden
Freeganism 
 Dumpster diving, 
 Kliko-safari.
 ‘Feeding the Fivethousand’, 
etc...

Slide 16 - Diapositive

19. In alinea 7 staat een aantal woorden tussen aanhalingstekens. Waarom gebruikt de auteur hier aanhalingstekens?
A
Omdat de woorden figuurlijk bedoeld zijn
B
Omdat de woorden op moeten vallen
C
Omdat de woorden overdrijvingen zijn

Slide 17 - Quiz

figuurlijke betekenis v.d. volgende woorden:
- redden
- lelijke groente
- snipperdisco

Slide 18 - Diapositive

20. Tristram Stuart vindt voedselverspilling een tragedie, maar ook een mogelijkheid (alinea 10).
Welke mogelijkheid ziet hij in voedselverspilling?
A
Een culturele omslag te veroorzaken
B
Ervoor te zorgen dat de politiek in beweging komt
C
Meer mondiale problemen aan te pakken en op te lossen

Slide 19 - Quiz

Laatste zin alinea 10
"Om die te keren is een culturele omslag nodig. Eten weggooien moet onacceptabel worden. Er is een wijde publieke verontwaardiging nodig die politici in beweging brengt.”"

Slide 20 - Diapositive

21. In alinea 11 wordt Tristram Stuart gevraagd: “Waarom gaat u dit zo aan het hart?” Welke zin uit alinea 11 geeft het best antwoord op die vraag?
A
“Ik wil iets doen aan de grootste impact die we op onze planeet hebben; het kappen van bossen en het vernietigen van mangroves voor eindeloze soja- en palmplantages, viskwekerijen en veeteelt.”
B
“Er is heel veel te doen geweest over het beslag op land voor biobrandstof, maar we gooien twee keer zo veel weg als dat we verstoken.”
C
“Ondervoeding, klimaatverandering, waterschaarste, landroof -al deze kwesties zouden veel minder ernstig zijn wanneer we al het voedsel dat we oogsten ook zouden gebruiken.”

Slide 21 - Quiz

Tip: relevantie inhoud antwoord
Dus > welk antwoord is het meest relevant?

Slide 22 - Diapositive

22. Tristam Stuart noemt in alinea 13 het aspect dat voedselresten niet naar dieren mogen “absurd”.
Welke functie heeft deze uitspraak?
Het is...
A
Een conclusie die hij trekt over een argumentatie
B
Een mening die hij onderbouwt met argumenten
C
Een standpunt dat hij niet onderbouwt.

Slide 23 - Quiz

Tip: Let op beoordelingswoorden:
“Een van de meest absurde aspecten van westerse voedselverspilling is dat voedselresten niet naar dieren mogen.

absurd > beoordelingswoord
wij willen die wet ter discussie stellen...

Slide 24 - Diapositive

23. In alinea 14 wordt gevraagd naar het verband tussen verspilling enerzijds en honger anderzijds.
Waarmee wordt het antwoord op deze vraag onderbouwd?
A
Alleen met feiten
B
Alleen met meningen
C
Met feiten en meningen

Slide 25 - Quiz

Tip: let op beoordelingswoorden
bij standpunten/meningen

> schandaal..

Slide 26 - Diapositive

24. De volgende beweringen is juist:
- De winkelier mag Ruud 75 euro laten aanbetalen voor de jas.

Slide 27 - Diapositive

Had je vraag 24 volledig goed?
Ja
Nee

Slide 28 - Sondage

Ben je tevreden over de manier waarop de vragen zijn besproken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage