H3 Redekundig ontleden

H3 Redekundig ontleden
Voorbereiding toetsweek 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

H3 Redekundig ontleden
Voorbereiding toetsweek 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Vidéo

Ontleed de volgende zin door woorden naar de goede zinsdelen te slepen. Er kunnen meerdere woorden bij één zinsdeel staan.

WWG: werkwoordelijk gezegde
OND: onderwerp
LV: lijdend voorwerp
MV: meewerkend voorwerp
BWB: bijwoordelijke bepaling
VZV: voorzetselvoorwerp
timer
1:30
WWG
OND
LV
MV
BWB
VZV
Over
het
algemeen
reageren
patiënten
met
die
ziekte
goed
op
dit
medicijn

Slide 5 - Question de remorquage

Ontleed de volgende zin door woorden naar de goede zinsdelen te slepen. Er kunnen meerdere woorden bij één zinsdeel staan.

WWG: werkwoordelijk gezegde
OND: onderwerp
LV: lijdend voorwerp
MV: meewerkend voorwerp
BWB: bijwoordelijke bepaling
VZV: voorzetselvoorwerp
WWG
OND
LV
MV
BWB
VZV
Je
moet
iemand
nooit
op
zijn
uiterlijk
beoordelen.

Slide 6 - Question de remorquage

Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Ik was in mijn dromen een piraat.

Slide 7 - Question de remorquage

Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Haar broer schijnt heel aardig te zijn

Slide 8 - Question de remorquage

Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Haar broer schijnt met een zaklamp

Slide 9 - Question de remorquage

Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Jesper is naar het circus geweest 

Slide 10 - Question de remorquage

Slide 11 - Vidéo

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?

Eindelijk thuisgekomen, ging hij meteen naar bed.
A
Foutief
B
Goed

Slide 12 - Quiz

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?

Na gesport te hebben, bleek de douche bezet.
A
Foutief
B
Goed

Slide 13 - Quiz

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?
Lopend naar de overkant, reed de auto hem bijna aan.


A
Foutief
B
Goed

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo