7.11 pv vt sterke werkwoorden

Goedemorgen
Pak je spullen: Laptop (blijft nog even dicht),
Nederlands boek
timer
10:00
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen
Pak je spullen: Laptop (blijft nog even dicht),
Nederlands boek
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heeft iedereen de opdracht ingeleverd?
Teams -> Teams NE -> opdrachten -> fictiedossier

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cursus 7 Spelling
§11 Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je weet wat werkwoorden zijn. 
  • Je weet wat zwakke en sterke werkwoorden zijn. 
  • Je weet wat de persoonsvorm is. 
  • Je weet hoe je de persoonsvorm verleden tijd in sterke woorden spelt.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesprogramma
  1. Herhaling lesstof
  2. Theorie bespreken
  3. Zelfstandig aan de slag op de iPad
  4. Les gezamenlijk afsluiten

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Herhaling lesstof
  1.  Herhaling vorige les
  2. Uitleg nieuwe lesstof
  3. Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
  4. Nabespreken
  5. Les afsluiten

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn werkwoorden?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoorden
Iets wat iets of iemand doet of wat iets of iemand overkomt.  
Voorbeeld: dromen, kijken, praten, luisteren.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn sterke werkwoorden?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn zwakke werkwoorden?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sterke werkwoorden
veranderen van klank in de verleden tijd.

ik zing - ik zong
ik schrijf - ik schreef
ik drink - ik dronk
Zwakke werkwoorden 
krijgen -de(n) of -te(n) op het einde in de verleden tijd.

ik maak - ik maakte
ik fiets - ik fietste
ik reis - ik reisde

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Theorie bespreken 



BK: Bladzijde 230
KT: Bladzijde 238

Slide 12 - Diapositive

Filmpje online methode
4. Zelfstandig aan de slag op de Chromebook

Cursus 7: Spelling  -> paragraaf 10 'Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden.
Heb je 80% of meer? Vraag LANN om de volgende opdracht.
80% of minder? Vraag LANN om de opdracht opnieuw open te zetten.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Les gezamenlijk afsluiten
  1.  Herhaling vorige les
  2. Uitleg nieuwe lesstof
  3. Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
  4. Nabespreken
  5. Les afsluiten

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn sterke werkwoorden?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de belangrijkste regel bij het schrijven van sterke werkwoorden in de verleden tijd?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe schrijven we sterke werkwoorden in de hij/zij-vorm?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voorbeeld van een  persoonsvorm in de verleden tijd dat een sterk werkwoord is.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk voor de volgende keer
Cursus 7 Spelling 
§11 Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions