7.12 Onregelmatige werkwoorden

Lezen
timer
10:00
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Lezen
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Cursus 7 Spelling
§12 Onregelmatige werkwoorden 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je weet welke werkwoorden onregelmatig zijn.
  • Je weet hoe je de persoonsvorm van onregelmatige werkwoorden schrijft. 

Slide 3 - Diapositive

Lesprogramma
  1. Herhaling lesstof
  2. Theorie
  3. Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
  4. Les gezamenlijk afsluiten

Slide 4 - Diapositive

1. Herhaling lesstof
  1.  Herhaling vorige les
  2. Uitleg nieuwe lesstof
  3. Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
  4. Nabespreken
  5. Les afsluiten

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn werkwoorden?

Slide 6 - Question ouverte

Wat zijn sterke werkwoorden?

Slide 7 - Question ouverte

Wat zijn zwakke werkwoorden?

Slide 8 - Question ouverte

Sterke werkwoorden
veranderen van klank in de verleden tijd.

ik zing - ik zong
ik schrijf - ik schreef
ik drink - ik dronk
Zwakke werkwoorden 
krijgen -de(n) of -te(n) op het einde in de verleden tijd.

ik maak - ik maakte
ik fiets - ik fietste
ik reis - ik reisde

Slide 9 - Diapositive

3. Theorie
  1.  Herhaling vorige les
  2. Uitleg nieuwe lesstof
  3. Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
  4. Nabespreken
  5. Les afsluiten

Slide 10 - Diapositive

Onregelmatig werkwoord: zijn
ik
je/jij
.... je/jij
hij/zij/ze
wij/jullie/zij/ze
ben
bent
ben
is
zijn

Slide 11 - Question de remorquage

Tegenwoordige tijd van het werkwoord: hebben
ik
je/jij
.... je/jij
hij/zij/ze
wij/jullie/zij/ze
heeft
hebt
hebben
heb
heb

Slide 12 - Question de remorquage

Tegenwoordige tijd van het werkwoord: kunnen
ik
je/jij
.... je/jij
hij/zij/ze
wij/jullie/zij/ze
kun
kunnen
kunt
kan
kan

Slide 13 - Question de remorquage

Tegenwoordige tijd van het werkwoord: zullen
ik
je/jij
.... je/jij
hij/zij/ze
wij/jullie/zij/ze
zal
zul
zullen
zal
zult

Slide 14 - Question de remorquage

Onregelmatige werkwoorden:
zijn, hebben, willen, kunnen en zullen.

Slide 15 - Diapositive

4. Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
  1.  Herhaling vorige les
  2. Uitleg nieuwe lesstof
  3. Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
  4. Nabespreken
  5. Les afsluiten

Slide 16 - Diapositive

5. Les gezamenlijk afsluiten
  1.  Herhaling vorige les
  2. Uitleg nieuwe lesstof
  3. Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
  4. Nabespreken
  5. Les afsluiten

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk voor volgende week
Cursus 7 Spelling 
§12 onregelmatige werkwoorden

Slide 18 - Diapositive

Wat heb ik vandaag geleerd?

Slide 19 - Diapositive

Welke werkwoorden zijn onregelmatig?

Slide 20 - Diapositive

Wat zijn sterke werkwoorden?

Slide 21 - Diapositive

Noem een voorbeeld van een zwak werkwoord.

Slide 22 - Diapositive