H5 Oefentoets van 1C1 voor 1C2

Oefentoets H5

Gemaakt door 1C1 & 1C2
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets H5

Gemaakt door 1C1 & 1C2

Slide 1 - Diapositive

Het maken van de oefentoets
Maak de oefentoets.
  • Welke onderdelen gaan goed?
  • Bij welke onderdelen maak je nog fouten?
Lees van de onderdelen die goed gaan de groene stukjes tekst door in je boek en oefen de onderdelen waar je nog veel fouten bij maakt met de extra opdrachten op de site van Nieuw Nederlands

Slide 2 - Diapositive

Inhoud oefentoets
  • Lezen: Doel van een tekst
  • Woordenschat: Woorddelen
  • Taalverzorging: Kennen/kunnen & liggen/leggen, Meervoud op -s en Zwakke werkwoorden in de verleden tijd

Slide 3 - Diapositive

Lezen

Slide 4 - Diapositive

Wat wil een schrijver bereiken met een reclame?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Iets laten doen
D
Mening geven

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Wat is het onderwerp van Tekst 1?
(Noteer één woord)

Slide 7 - Question ouverte

Hoeveel tussenkopjes staan er in tekst 1?
A
Een
B
Twee
C
Drie
D
Vier

Slide 8 - Quiz

[Lees tekst 1 helemaal] Wat is er veranderd door de nieuwe regels voor televisiereclame? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
Er wordt minder reclame gemaakt.
B
Het is duidelijker geworden of iets reclame is of niet.
C
Reclame voor sigaretten zijn verboden.
D
Reclames zijn langer geworden.

Slide 9 - Quiz

[Lees tekst 1] Welk advies over reclames bij jeugdprogramma’s geeft de EU aan tv-maatschappijen?

Slide 10 - Question ouverte

[Lees tekst 1] Is product plaatsen een vorm van reclame?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Wat is het doel van deze tekst?
A
Informatie geven
B
Uitleg geven
C
Mening geven
D
Iets laten doen

Slide 12 - Quiz

Woordenschat

Slide 13 - Diapositive

Wat betekent: contactloos?

Slide 14 - Question ouverte

Wat betekent: Voordelig
A
Bijna niet
B
Goedkoop
C
Nu, op dit moment
D
ervoor

Slide 15 - Quiz

Wat betekent: 'Iets op de pof kopen'
A
Hij hoeft iets niet meteen te betalen.
B
Hij koopt iets dat kapot is.

Slide 16 - Quiz

Verander het woord, zodat het in de zin past: (onderling) Tussen de meiden in mijn team zijn veel […] ruzietjes.

Slide 17 - Question ouverte

Verander het woord zodat het in de zin past: (adviezen) Dat is het beste […] dat ik ooit heb gekregen!

Slide 18 - Question ouverte

Welk twee woorden samengesteld uit twee woorden?
A
Onhandig
B
smaakloos
C
risicovolle

Slide 19 - Quiz

Noteer de betekenis van: (herschrijven) De tekst moest herschreven worden.

Slide 20 - Question ouverte

Taalverzorging

Slide 21 - Diapositive

Zweten [vt] Na vijf kilometer hardlopen […] de buurman enorm.

Slide 22 - Question ouverte

Begroeten [vt] Na de lange reis […] de familieleden elkaar op het vliegveld.

Slide 23 - Question ouverte

Zaaien [vt] De kinderen […] tomaten en komkommers.

Slide 24 - Question ouverte

Vul aan met een achtervoegsel: Hij kan niks hij is talent...

Slide 25 - Question ouverte

Vul aan met een achtervoegsel: Zij is heel aardig, zij is respect...

Slide 26 - Question ouverte

Spelling: -s / 's 
Theorie:
'S wordt gebruikt als de laatste lettergreep op een enkele, lange a, i, o, u of y eindigt, of op een enkele e die als [ee] klinkt. 
Voorbeeld: Auto's, diploma's, opa's etc.

Slide 27 - Diapositive

Noteer het meervoud van: Lepel

Slide 28 - Question ouverte

Noteer het meervoud van: Pizza

Slide 29 - Question ouverte

Noteer het meervoud van: Baby

Slide 30 - Question ouverte

Taalverzorging
Kennen/kunnen & liggen/leggen

Slide 31 - Diapositive

Het werkwoord 'leggen' heeft iets te maken met:
A
rust
B
actie

Slide 32 - Quiz

De meeste sporters .... vroeg in hun bed
A
liggen
B
leggen

Slide 33 - Quiz

Zij ... op haar vijfde al viool spelen
A
ken
B
kon

Slide 34 - Quiz

... jij mij vertellen waar de ijszaak is?
A
ken
B
kun

Slide 35 - Quiz

[t of th] De ..ermometer geeft 12 graden aan.

Slide 36 - Question ouverte

[t of th] Volgende week is het mei vakan...ie

Slide 37 - Question ouverte

[t of th] Zij is heel goed in atle..iek

Slide 38 - Question ouverte

Welk onderdeel ging het beste?
Doel van een tekst
woordenschat
meervoud -s
Zwakke ww VT
kennen/kunnen & liggen/leggen

Slide 39 - Sondage

Welk onderdeel ging nog niet zo goed?
Doel van een tekst
woordenschat
meervoud -s
Zwakke ww VT
kennen/kunnen & liggen/leggen

Slide 40 - Sondage

Oefenen H5
Lees de groene stukjes theorie nog een keer goed door.
Veel fouten bij een onderdeel? Oefen dit extra op de site van Nieuw Nederlands

Slide 41 - Diapositive