3Kiim Betoog schrijven

3Kiim
Betoog 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

3Kiim
Betoog 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je leert wat een betoog is.
  • Je leert wat een goede opbouw is van een betoog. 
  • Je leert een betoog schrijven
  • Je leert de begrippen standpunt, argument, tegenargument en weerlegging

Slide 2 - Diapositive

Waarom heb jij het nodig om goed te leren argumenteren?

Slide 3 - Question ouverte

0

Slide 4 - Vidéo

Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in De Bosch doorgaat. [Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld.]
A
Standpunt
B
Argument

Slide 5 - Quiz

[Het Nederlands verloedert] want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
Argument
B
Standpunt

Slide 6 - Quiz

[Leerlingen op het vwo moeten in vijf in plaats van zes jaar hun opleiding kunnen afmaken.] Je kunt eerder aan een vervolgstudie beginnen en je zit je minder te vervelen.
A
Standpunt
B
Argument

Slide 7 - Quiz

Als je een tegenargument weerlegt, dan ontkracht je het gegeven tegenargument en zeg je dus dat het tegenargument niet klopt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Argumentatiestructuren
Een argumentatiestructuur is een schema waarin je duidelijk maakt op welke manier argumenten met elkaar en met het standpunt samenhangen. 
  • enkelvoudige argumentatie
  • meervoudige argumentatie
  • onderschikkende argumentatie

Slide 9 - Diapositive

0

Slide 10 - Vidéo

Argumentatiestructuren
Enkelvoudige argumentatie

Je kunt beter geen alcohol drinken
Het is slecht voor je gezondheid. 

Slide 11 - Diapositive

Argumentatiestructuren
Meervoudige argumentatie

Je kunt beter geen alcohol drinken
Het is slecht voor je gezondheid. 
Het is gevaarlijk in het verkeer.

Slide 12 - Diapositive

Argumentatiestructuren
Onderschikkende argumentatie
Het is slecht voor je gezondheid. 
Je kunt beter geen alcohol drinken
Het is slecht voor je lever. 

Slide 13 - Diapositive

Argumentatiestructuren
Meervoudige en onderschikkende argumentatie

Je kunt beter geen alcohol drinken
Het is slecht voor je gezondheid. 
Het is gevaarlijk in het verkeer.
Het is slecht voor je lever.
Je kunt niet adequaat reageren. 

Slide 14 - Diapositive

Argumentatiestructuren
Maak van onderstaande stelling en argumenten een argumentatiestructuur. Noteer ook welke structuur je gebruikt hebt.
  • Huiswerk maken op school is beter voor de leerresultaten.
  • Tijdens huiswerkuren ben je verplicht aanwezig.
  • Er is geen afleiding door tv, telefoon of familieleden.
  • De kans dat je je huiswerk maakt is groter.
  • Je werkt op school onder toezicht.
  • Op school kun je je beter concentreren.
  • Je kunt om hulp vragen bij docenten.

Slide 15 - Diapositive

Argumentatiestructuren
Huiswerk maken op school is beter voor de leerresultaten.
Op school kun je je beter concentreren.
Er is geen afleiding door tv, telefoon of familieleden.
Je kunt om hulp vragen bij docenten.
De kans dat je je huiswerk maakt, is groter.
Tijdens huiswerkuren ben je verplicht aanwezig.
Je werkt op school onder toezicht. 

Slide 16 - Diapositive



1. Oordeel
2. Oordeel + argument
3. Oordeel + argument +                     onderbouwing
Voorbeeld
1. Ik vind Wees onzichtbaar een weergaloos boek. 
2. 1 + Want de personages zijn door de schrijver heel goed uitgewerkt. 
3. 1 + 2 + Een voorbeeld hiervan is de vader van de hoofdpersoon. De schrijver beschrijft het uiterlijk van deze man tot in de kleinste details. Ook maakt de vader een duidelijke ontwikkeling door, die de schrijver stapsgewijs beschrijft. Eerst lijkt de vader een gevoelloos, asociaal persoon, maar later blijkt dat er een heel verhaal achter zijn gedrag zit. 

Overtuigingsladder

Slide 17 - Diapositive

Een betogende tekst schrijven
Gebruik het werkboekje voor uitleg of zoek informatie op internet. Wees kritisch en vraag je docent of je een goede website gebruikt.

Slide 18 - Diapositive

Een betogende tekst schrijven
Inleiding
  • (aandacht trekken) introduceren onderwerp, noemen standpunt/mening/stelling (1 alinea)
Middenstuk
  • per alinea één argument (incl. toelichting en voorbeeld) één of twee tegenargumenten + weerlegging 
Slot
  • mening herhalen, samenvatting argumenten en conclusie (1 alinea)

Slide 19 - Diapositive

Een betogende tekst schrijven
Opdracht 3 van je werkboek

Slide 20 - Diapositive

Een betogende tekst schrijven
Wat lever je in?
  • Ingevuld schrijfplan
  • Blokjesschema
  • Betoog
  • Bronnenlijst

Slide 21 - Diapositive