2.2. Stalin en het communisme

De Sovjet-Unie
2.2 Stalin en het communisme
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De Sovjet-Unie
2.2 Stalin en het communisme

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Visie Marxisme:
De communistische revolutie wordt door de arbeidersklasse geleid.

Visie Leninisme:

De communistische revolutie wordt door de partij geleid.

Visie Stalinisme:
Communisme met één man als leider (Stalin zelf).

Slide 3 - Diapositive

In maart 1919 werd Stalin als één van de vijf leden van het bestuur van de Communistische Partij gekozen.
In april 1922 werd hij secretaris-generaal van de partij. 

Slide 4 - Diapositive

Lenin overlijdt in 1924. In zijn testament zegt hij dat Stalin niet geschikt is als opvolger! 

Slide 5 - Diapositive

Stalin wist dat Lenin de voorkeur gaf aan anderen om het land te leiden. 
Deze tegenstanders werden in een machtsstrijd, letterlijk, uit de weg geruimd.


Stalin zal het economisch achtergebleven land snel industrialiseren
en de Sovjet-Unie laten uitgroeien tot een wereldmacht.

Maar dit had een erg hoge prijs..
Het land werd een totalitaire staat met Stalin als dictator

Slide 6 - Diapositive

Stalin, de opvolger van Lenin
  • In 1924 volgt Stalin Lenin op
  • Ook wel 'man van staal' genoemd
  • Zijn vorm van het communisme heet Stalinisme
  • Terreur, hij moordt zijn tegenstanders uit
  • Besloot van de Sovjet-Unie een industriële supermacht te maken. 

Slide 7 - Diapositive

Video
Josef Stalin, leider van de Sovjet-Unie (1878-1953) (1:41)

Introductie op het onderwerp 
Vraag: met welke twee ideeën wilde Stalin een moderne industriële samenleving bereiken in Rusland? 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Met welke twee ideeën wilde Stalin een moderne industriële samenleving bereiken in Rusland?

Slide 10 - Question ouverte

Stalinisme
Planeconomie
  • Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een planeconomie.
  • De staat besliste wat én hoe er moest worden geproduceerd (vijfjarenplan).
  • Kwantiteit was belangrijker dan kwaliteit
  • Grote opbouw van zware industrie: ijzer en staal + steenkolen- en ijzermijnen. Snelle industrialisatie: in tien jaar veranderde de Sovjet-Unie in een industriële samenleving.
  • Slechte omstandigheden: lange uren, onhygiënisch, slecht weer. 

  • Stalin wil aantonen dat de Sovjet-Unie een machtiger land was dan de kapitalistische landen met hun vrije markt-economie.

Slide 11 - Diapositive

Collectivisatie
Vanaf 1928: boeren moesten hun grond afstaan. 

Om de snel groeiende stedelijke bevolking te kunnen voeden moest de landbouw meer opbrengen: kleine boerenbedrijfjes werden opgeheven --> reusachtige agrarische ondernemingen. 

Tractoren en moderne werktuigen. 

Slide 12 - Diapositive

Collectivisatie in de landbouw
  • Collectivisatie in de landbouw: Kolchozen (grote landbouwbedrijven) kregen de grond van kleine boeren. Boeren moesten gezamenlijk de grond bewerken en de opbrengst voor een vaste prijs aan de staat verkopen. 

  • Zo kunnen de boerderijen meer en goedkopere produceren leveren aan de staat, kon de opbouw van industrie van worden betaald.

Slide 13 - Diapositive

Collectivisatie
  • Opstanden: verstoppen van graan en slachting van vee. 
  • Boeren en arbeiders die zich tegen de collectivisatie verzetten  werden vermoord of gedeporteerd naar Siberië.
  • Collectivisatie leidde in 1932-1933 tot een enorme hongersnood. 

  • Collectivisatie: samenvoeging van privé boerderijen in grote gemeenschappelijke landbouwbedrijven




Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Er komen 4 quizvragen aan... 

Slide 17 - Diapositive

NEP is een voorbeeld van...
A
Privatisering (eigen bezit)
B
Collectivisatie (eigendom van staat)

Slide 18 - Quiz

Wat hoort NIET bij de planeconomie van Stalin?
A
vijfjarenplan
B
NEP
C
collectivisatie van de landbouw
D
industrialisatie

Slide 19 - Quiz

Welk begrip past er bij de afbeelding?
A
Collectivisatie
B
Strafkamp
C
Eigendom
D
Planeconomie

Slide 20 - Quiz

Welke begrippen horen bij de bron?
A
censuur en totalitair
B
censuur en zuivering
C
collectivisatie en totalitair
D
collectivisatie en zuivering

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Stalinisme 
  1. Snelle industrialisatie en collectivisatie van landbouw
  2. Geheime politie en verzet collectivisatie leidde naar strafkampen 
  3. Censuur en propaganda
  4. Persoonsverheerlijking
  5. Totalitaire staat

Stalinisme: extreme onderdrukking en verering van één machtige leider. 

Slide 23 - Diapositive

Persoonsverheerlijking
Om het volk te laten zien dat hij de beste leider voor het beste volk, in het beste land was, liet Stalin zich graag afbeelden als een geweldige leider: een vader voor het volk.

Dit heet persoonsverheerlijking

Slide 24 - Diapositive

Komsomol: de jongerenorganisatie van de Sovjet-Unie
Al het goede kwam van vadertje Stalin!

Slide 25 - Diapositive

Collectivisatie in de landbouw
  • Ook collectivisatie in de landbouw: Kolchozen (boerderijen mét vrijheid) en Sovchozen (boerderijen zonder vrijheid, staatseigendom).

  • Idee: zo kunnen de boerderijen meer en goedkopere producten leveren aan de staat, kon de opbouw van industrie van worden betaald.

  • Realiteit: Rampzalig, veel tekorten

Slide 26 - Diapositive

Collectivisatie
  • Boeren en arbeiders die zich tegen de collectivisatie verzette (boeren: 'koelakken') werden vermoord of gedeporteerd naar Siberië.

  • Fabrieksmanagers kregen de schuld (niet Stalin), werden opgepakt door geheime politie.


Slide 27 - Diapositive

Goelag
Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een Goelag, een strafkamp.
  • In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.
  • Iedereen die werd aangegeven bij de geheime politie kon ook familie zijn
     werd zonder proces gevangengezet.


Slide 28 - Diapositive

De Grote Zuivering
Stalin zag overal tegenstanders, vooral in mensen die
een belangrijke rol in het bestuur of leger hadden.

Tussen 1934 en 1938 laat Stalin rond de 1 miljoen 
'tegenstanders' oppakken en veroordelen.
De Sovjet-Unie wordt zo 'gezuiverd'.

Slide 29 - Diapositive

Stalin gebruikte alles om zijn macht in het land te vergroten en te behouden, zoals censuur.
Stalin bepaalde wat er in de kranten én de geschiedenisboeken kwam te staan: vroegere medestanders werden 'er uit geschreven'
Indoctrinatie

Slide 30 - Diapositive

0

Slide 31 - Vidéo