Iedereen heeft geoefend, zodat men straks alles goed kan maken
Slide 22 - Diapositive
Wederkerend voornaamwoord
Vergis jij je nu niet meer?
A
Vergis
B
jij
C
je
D
niet
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Diapositive
Neem de werkwoorden over en zet de woordsoort erachter: zww, kww of hww.
1. De buren hadden tijdens hun vakantie de was netjes bijgehouden.
Slide 25 - Question ouverte
Neem de werkwoorden over en zet de woordsoort erachter: zww, kww of hww.
2. Mijn vriendje is vandaag misselijk.
Slide 26 - Question ouverte
Neem de werkwoorden over en zet de woordsoort erachter: zww, kww of hww.
3. In dat hotel zou ik wel een tijdje willen verblijven!
Slide 27 - Question ouverte
Neem de werkwoorden over en zet de woordsoort erachter: zww, kww of hww.
4. Dankzij mijn geweldige coach zwem ik nu op nationaal niveau.
Slide 28 - Question ouverte
Neem de werkwoorden over en zet de woordsoort erachter: zww, kww of hww.
5. Zijn klasgenoot schijnt heel aardig te kunnen zijn.
Slide 29 - Question ouverte
Neem de werkwoorden over en zet de woordsoort erachter: zww, kww of hww.
6. Marlies heeft altijd al piloot willen worden.
Slide 30 - Question ouverte
Zoek in de onderstaande zin alle persoonlijk voornaamwoorden (psv) en bezittelijke voornaamwoorden (bez. vnw). Schrijf de gevonden woorden op en zet de juiste woordsoort erachter.
1. Die lekkere recepten van mij gebruikt hij heel vaak om hen te verrassen.
Slide 31 - Question ouverte
Zoek in de onderstaande zin alle persoonlijk voornaamwoorden (psv) en bezittelijke voornaamwoorden (bez. vnw). Schrijf de gevonden woorden op en zet de juiste woordsoort erachter.
2. Zij gaan ons trakteren op een patatje bij mijn favoriete snackbar.
Slide 32 - Question ouverte
Zoek in de onderstaande zin alle persoonlijk voornaamwoorden (psv) en bezittelijke voornaamwoorden (bez. vnw). Schrijf de gevonden woorden op en zet de juiste woordsoort erachter.
3. Wij schopten zo hard tegen het verkeersbord dat het stuk ging.
Slide 33 - Question ouverte
Tijdens de vergadering gaf ik … feedback.
Vul een bezittelijk voornaamwoord in.
Slide 34 - Question ouverte
Tijdens de vergadering gaf ik … feedback.
Vul een persoonlijk voornaamwoord in.
Slide 35 - Question ouverte
Wat is het voegwoord in de volgende zin:
Bart wil nu naar school, maar het regent heel erg hard.
A
maar
B
nu
C
erg
D
heel
Slide 36 - Quiz
Wat is het voegwoord in de volgende zin:
Terwijl je in de trein zit, kun je mooi je proefwerk leren.