H3 Wat heb je geleerd? EIND

Wat heb je geleerd?
H3
ASSENSTELSEL en GRAFIEKEN


1 / 55
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 55 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat heb je geleerd?
H3
ASSENSTELSEL en GRAFIEKEN


Slide 1 - Diapositive

LEES DIT EERST
Je hebt alle lesstof nu geoefend.

Je gaat jouw "soep" dus nu voor het eerst proeven.

Is jouw "soep" al lekker?
Of kun je jouw "soep" nog lekkerder maken? Maak dan de herkansing. 

Slide 2 - Diapositive

Als de toets is nagekeken krijg je een cijfer. Dat cijfer geeft aan wat jij nog kunt leren.
En je leert door te doen!

Slide 3 - Diapositive

Welke windrichting hoort er bij 2.
A
zuidoost
B
noordoost
C
zuidwest
D
noordwest

Slide 4 - Quiz

Welke windrichting hoort er bij 4.
A
zuidoost
B
noordoost
C
zuidwest
D
noordwest

Slide 5 - Quiz

Welke windrichting hoort er bij 6.
A
zuidoost
B
noordoost
C
zuidwest
D
noordwest

Slide 6 - Quiz

Welke windrichting hoort er bij 8.
A
zuidoost
B
noordoost
C
zuidwest
D
noordwest

Slide 7 - Quiz

Welk begrip wordt er bij 1 bedoeld?
A
assen
B
x-as
C
y-as
D
oorsprong

Slide 8 - Quiz

Welk begrip wordt er bij 2 bedoeld?
A
assen
B
x-as
C
y-as
D
oorsprong

Slide 9 - Quiz

Welk begrip wordt er bij 3 bedoeld?
A
assen
B
x-as
C
y-as
D
oorsprong

Slide 10 - Quiz

Welke coördinaat heeft punt A?
A
(3,-2)
B
(-2,3)
C
(-3,2)
D
(2,3)

Slide 11 - Quiz

Welke coördinaat heeft punt G?
A
(0,4)
B
(0,-4)
C
(-4,0)
D
(4,0)

Slide 12 - Quiz

Welk punt hoort er bij coördinaat (-1,-2)?
A
Punt B
B
Punt H
C
Punt C
D
Punt G

Slide 13 - Quiz

Welke coördinaat heeft punt B?
A
(3,0)
B
(-3,0)
C
(0,-3)
D
(0,3)

Slide 14 - Quiz

Welke coördinaat heeft punt F?

(Typ zonder spaties en zo nodig met een decimaal getal.)

Slide 15 - Question ouverte

Welke coördinaat heeft punt H?

(Typ zonder spaties en zo nodig met een decimaal getal.)

Slide 16 - Question ouverte

Welke coördinaat heeft punt I?

(Typ zonder spaties en zo nodig met een decimaal getal.)

Slide 17 - Question ouverte

Welke coördinaat heeft punt A?

(Typ zonder spaties en zo nodig met een decimaal getal.)

Slide 18 - Question ouverte

Welke coördinaat heeft punt B?

(Typ zonder spaties en zo nodig met een decimaal getal.)

Slide 19 - Question ouverte

Welke coördinaat heeft punt C?

(Typ zonder spaties en zo nodig met een decimaal getal.)

Slide 20 - Question ouverte

Welke coördinaat heeft punt E?

(Typ zonder spaties en zo nodig met een decimaal getal.)

Slide 21 - Question ouverte

Maak in je schrift.
Deze opgave gaat over de punten P(-3,-3), Q(3,-3), R(3,3) en S(-3,3).

a. Teken een assenstelsel met de punten PQRS.
b. Verbind de punten met elkaar zodat vierkant PQRS ontstaat.
c. Teken de diagonalen in vierkant PQRS.



Slide 22 - Diapositive

HEEL BELANGRIJK!!!!!!

Heb je de opdracht echt
 in je schrift gemaakt?

Echt niet overslaan.

Slide 23 - Diapositive

Uitwerking


Kijk heel goed na!

Slide 24 - Diapositive

Hoe heb je opdracht gemaakt.
A
Alles goed.
B
Bijna goed.
C
Nog niet goed.
D
Niet gemaakt.

Slide 25 - Quiz

Welke coördinaten horen bij het snijpunt van de diagonalen?

Slide 26 - Question ouverte





Van welk punt is de y-coördinaat -2?

Slide 27 - Question ouverte





Welke punten hebben dezelfde x-coördinaat ? Het zijn er twee om twee.

Slide 28 - Question ouverte





Welk punt ligt op de Y-as ?

Slide 29 - Question ouverte





Welke punten zijn geen roosterpunten ?

Slide 30 - Question ouverte




Ga je 2 naar links en 3 naar beneden vanuit punt A dan kom je in het punt Q. Schrijf de coördinaten van Q op.

Slide 31 - Question ouverte

Waarom is er een kreukellijn getekend?
A
Omdat de grafiek anders te breed zou worden.
B
Omdat de grafiek anders te lang wordt.
C
Omdat de y-as anders te lang zou worden.
D
Omdat de x-as anders te lang zou worden.

Slide 32 - Quiz

Schat hoe warm de ze op 15 april was.
De zee was ...... graden.

Slide 33 - Question ouverte

Hoe lang heeft Jeffrey gewandeld?
Jeffrey heeft ... uur gewandeld.

Slide 34 - Question ouverte

Hoeveel km heeft Jeffrey gewandeld ?
Jeffrey heeft ... km gewandeld.

Slide 35 - Question ouverte

Hoeveel km heeft hij in 30 minuten afgelegd?

Hij heeft .... km afgelegd.

Slide 36 - Question ouverte

Heeft Jeffrey gepauzeerd? Zo ja, hoe lang? Hoe zie je dat aan de grafiek?

Slide 37 - Question ouverte

Wanneer liep Jeffrey het snelst? Hoe zie je dat aan de grafiek?

Slide 38 - Question ouverte

Maak zelf een tabel en een grafiek bij de formule.
Hoeveel verdient ze als ze 4,5 uur werkt? 
Laat zien via de grafiek en de formule.

Slide 39 - Diapositive

Hoe heb je opdracht gemaakt.
A
Alles goed.
B
Bijna goed.
C
Nog niet goed.
D
Niet gemaakt.

Slide 40 - Quiz

Wat is het
vaste bedrag?

Slide 41 - Question ouverte

Wat verdient ze per kaart?

Slide 42 - Question ouverte

Schrijf de formule met een letter.
Schrijf voor het euroteken euro.
Zet eronder waar de letter voor staat.

Slide 43 - Question ouverte

Hoeveel betaal je voor 20 kaarten.
Schrijf de hele berekening + antwoord op.
Geef het antwoord daarna in een zin.

Slide 44 - Question ouverte

Bereken
7a voor a = 4

Slide 45 - Question ouverte

Bereken
5 + 3d voor d = 6

Slide 46 - Question ouverte

Bereken
15 - 3d voor d = 10

Slide 47 - Question ouverte

Bereken
8 - 9d voor d = 5

Slide 48 - Question ouverte

Bereken
2 - 5 (5+d) voor d = 5
.

Slide 49 - Question ouverte

Bereken

Slide 50 - Question ouverte

Bereken

Slide 51 - Question ouverte

Bereken

Slide 52 - Question ouverte

Schrijf de opgave over in e schrift en schrijft daaronder de tussenstappen.
Typ daarna het antwoord in.

Slide 53 - Question ouverte

Schrijf de opgave over in e schrift en schrijft daaronder de tussenstappen.
Typ daarna het antwoord in.

Slide 54 - Question ouverte

Schrijf de opgave over in je schrift en schrijft daaronder de tussenstappen.
Typ daarna het antwoord in.

Slide 55 - Question ouverte