5.3 Booming India deel 2

5.3 Booming India deel 2
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

5.3 Booming India deel 2

Slide 1 - Diapositive

opkomend land
Globalisering
dienstensector
braindrain
remittances
een land dat een snelle economische groei doormaakt
Geldzendingen van migranten naar het land van herkomst
Het proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie
Ook wel de tertiaire sector genoemd. bijv. winkeliers, kappers, advocaat
het vertrek van goedopgeleide mensen naar het buiteland

Slide 2 - Question de remorquage

Wat zijn SEZ's? (speciaal economische zone's)
A
Gebied waar de Euro wordt gebruikt
B
Gebied waar buitenlandse bedrijven zich vrij mogen vestigen en minder belasting hoeven te betalen.
C
Gebied waar grote multinationals zoals Apple en Microsoft hun kantoor hebben.
D
Gebieden met veel fabrieken

Slide 3 - Quiz

In India zijn de lonen hoger dan in Nederland. (Het salaris is hoger in India)
A
waar
B
niet waar
C

Slide 4 - Quiz

Sommige Indiërs gaan opzoek naar betere banen, zij migreren. Dit noemen we ook wel...
A
Arbeidsmigranten
B
Vluchtelingen
C
Gezinshereniging
D
Politieke migranten

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Samengevat
Indische economie groeit snel in de stad (voor sez's), langzaam op platteland -> groot verschil tussen beide (duale economie)

Door globalisering kunnen rijke landen makkelijk werk oursourcen aan een land als India, dat daardoor economisch groeit.

Hoogopgeleide Indiërs vertrekken naar landen met hogere lonen, India verliest deze kennis (braindrain) en ontwikkeling wordt afgeremd.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Aandeel in de wereldhandel

Wat zie je?

Oorzaken?

Gevolgen?

Slide 12 - Diapositive

Keerzijde van de groei

Slide 13 - Diapositive

Welk begrip wordt omschreven:
Landen die na 2000 een snelle economische groei doormaken.
A
WTO
B
Industrieel kolonialisme
C
Triade
D
BRICS-landen

Slide 14 - Quiz

Waar staat 'Brics' voor?
A
Brazilië, Rusland, India. China, Zuid-Afrika
B
Burundi, Rusland, India. China, Zuid-Afrika
C
Bulgarije, Rusland, India, China, Saoedi Arabië
D
Brazilië, Roemenië, India, China, Zuid-Afrika

Slide 15 - Quiz

Brazil -  Russia -  India -  China -  South-Africa

Slide 16 - Diapositive

BRICS horen bij
A
Centrum
B
Semi-Periferie
C
Periferie

Slide 17 - Quiz

In welk soort landen wordt veel van onze kleding gemaakt?
A
Buurlanden
B
Bric-landen
C
Lagelonenlanden

Slide 18 - Quiz

Vul aan: Industrie die ....................., vertrekt naar lagelonenlanden.
A
.. arbeidsintensief is
B
.. goedkoop is
C
.. kennisintensief is
D
.. veel grondstoffen nodig heeft

Slide 19 - Quiz

Maak de juiste combinaties
China en India horen erbij
Daar gaat veel eenvoudige maakindustrie naartoe.
Van grondstof tot eindproduct
Verplaatsing van het economisch zwaartepunt
Global Shift
BRICS
Lagelonenlanden
Productieketen

Slide 20 - Question de remorquage

Wat voor MNO's (multinationale ondernemingen)gaan vooral naar lagelonenlanden?
A
Arbeidsextensieve bedrijven
B
Arbeidsintensieve bedrijven
C
Kapitaalintensieve bedrijven
D
Kapitaalextensieve bedrijven

Slide 21 - Quiz

Maak de zin af:
Na 1980 verschoof een groot deel van de wereldhandel naar .....
A
de centrumlanden
B
de periferie landen
C
de semiperiferie landen
D
de periferiecentrum-landen

Slide 22 - Quiz

Wat is een oorzaak van Global Shift?
A
Opdeling productieketen
B
Goedkoper transport
C
Lage lonen
D
Verdwijnende handelsgrenzen

Slide 23 - Quiz

RIJKE LANDEN
OPKOMENDE LANDEN
assemblage
Newly
Industrialized
Countries
Research & developement
Marketing en verkoop
arbeidsintensief
kennisintensief
Exportgerichte productie
hooggeschoold
lage lonen
snelgroeiende afzetmarkt
centrumland
Innovatieland

Slide 24 - Question de remorquage

Huiswerk
Leren hfd 5.3 + mk opdr 4-5-6-8

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo