Herhalen Voeding en vertering

Voeding en vertering
Herhalen BS 1-3
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voeding en vertering
Herhalen BS 1-3

Slide 1 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een voedingsmiddel en een voedingsstof?

Slide 2 - Question ouverte

Wat zijn de zes voedingsstoffen?

Slide 3 - Carte mentale

Voedingsvezel

Slide 4 - Diapositive

Mineralen zijn reservestoffen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Energiebehoefte en energieverbruik

Slide 6 - Diapositive

Een man van 40 jaar heeft meer energie nodig dan een jongen van 18 jaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Tot welk vak behoort prei?
A
Vak groen
B
Vak blauw
C
Vak geel
D
Vak oranje

Slide 8 - Quiz

Tot welk vak
behoort macaroni?
A
Vak roze
B
Vak geel
C
Vak oranje
D
vak groen

Slide 9 - Quiz

Tot welk vak behoort kaas?
A
Vak groen
B
Vak geel
C
Vak roze
D
Vak blauw

Slide 10 - Quiz

Iemand is bezig met een vermageringskuur. Hij wil voedingsmiddelen gebruiken die weinig energie leveren. Hij kan kiezen uit mager vlees, gekookt ei, komkommer, patat en tomaat.

Welke van deze voedingsmiddelen kan hij het beste kiezen om per 100 gram voedingsmiddel zo weinig mogelijk energie op te nemen?

A
Gekookt ei en patat
B
Komkommer en mager vlees.
C
Komkommer en tomaat
D
Mager vlees en gekookt ei

Slide 11 - Quiz

Welke voedingsstoffen worden opgeslagen in bepaalde delen van je lichaam?
A
Beschermende stoffen
B
Bouwstoffen
C
Brandstoffen
D
Reservestoffen

Slide 12 - Quiz

Welke stoffen die eigenlijk als bouwstof dienen, worden als brandstof gebruikt bij anorexia?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vetten
D
Vitamines+mineralen

Slide 13 - Quiz

Conserveermiddel toevoegen
Zuur, suiker en zout toevoegen. Door een te zure, 
te zoete of te zoute omgeving kunnen de
schimmels en bacteriën niet groeien. 


Koel bewaren
Invriezen (temperatuur onder de 0)
-> Schimmels en bacteriën groeien dan niet.
Of in de koelkast bewaren. -> schimmels en 
bacteriën groeien dan langzaam


Drogen
Zonder water kunnen bacteriën en 
schimmels niet groeien. Bij drogen wordt 
er (een deel van het) water onttrokken aan 
het voedsel. 
Luchtdicht verpakken
Zonder zuurstof kunnen schimmels en 
bacteriën niet leven. Voedsel wordt 
luchtdicht of vacuüm verpakt. Eerst wordt 
het voedsel verhit, zodat alle schimmels
en bacteriën gedood zijn. 



Pasteuriseren
Het voedsel wordt verhit tot 72 graden. Hierdoor gaan 
bijna alle bacteriën en schimmels dood. 



Steriliseren
Voedsel wordt verhit tot 130 graden. Hierdoor gaan
alle bacteriën en schimmels dood. 

Slide 14 - Diapositive

Welke zin omschrijft steriliseren het best?
A
Stoffen aan voedingsmiddelen toevoegen om ze aantrekkelijker te maken.
B
Sulfiet aan voedingsmiddelen omdat bacteriën en schimmels er niet tegen kunnen.
C
Voedingsmiddelen verhitten tot een temperatuur waarbij de meeste bacteriën en schimmels doodgaan
D
Voedingsmiddelen verhitten tot een temperatuur waarbij alle bacteriën en schimmels doodgaan.

Slide 15 - Quiz

Welke van de onderstaande zinnen is juist?
A
De verschijnselen van een salmonellabesmetting kunnen weken aanhouden
B
Door kunstmatige kleur-, geur- en smaakstoffen kun je een voedselvergiftiging krijgen
C
Een besmetting met salmonella geeft klachten als diarree, buikpijn en koorts.
D
Meestal kun je zien of ruiken dat voedsel besmet is met salmonellabacteriën

Slide 16 - Quiz

Gideon en Anouk hebben een discussie over het conserveren van voedsel.
Gideon zegt: ‘Vlees kun je langer bewaren als je het invriest tot −4 °C.’
Anouk zegt: ‘Door voedsel vacuüm te verpakken kan er geen zuurstof bij, zodat bacteriën en schimmels zich niet kunnen voortplanten.’
Wie heeft of hebben er gelijk?

A
Alleen Gideon heeft gelijk
B
Alleen Anouk heeft gelijk
C
Gideon en Anouk hebben allebei gelijk
D
Geen van beiden heeft gelijk.

Slide 17 - Quiz

Jaap doet een zware krachttraining. Aan welke voedingsstof heeft hij vooral behoefte?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof

Slide 18 - Quiz

Nadia is 15 jaar oud en sport een keer per week.
Teun is 14 jaar oud en voetbalt drie keer per week.
Wie verbruikt de meeste energie en waarom?

Slide 19 - Question ouverte

Enkele voedingsmiddelen of voedingsstoffen zijn: eieren, mineralen, rijst, thee en vitamines.
Welk(e) hiervan is of welke zijn voedingsmiddelen?

Slide 20 - Question ouverte

schijf van vijf
schijf van vijf                                                                                                       

Slide 21 - Diapositive

Vraag 1
Mies zegt: Gal wordt gemaakt in de galblaas
Marit zegt: De enzymen uit de alvleesklier helpen bij de vertering van eiwitten, koolhydraten en vetten
Wie heeft gelijk?
A. Beide hebben gelijk
B. Mies heeft gelijk
C. Marit heeft gelijk
D. Beide hebben ongelijk


Slide 22 - Diapositive

Vraag 2:
Donny zegt: Gal is een enzym
Ben zegt: Gal verteert vetten
Wie heeft gelijk? Leg je antwoord uit.


Slide 23 - Diapositive

Vraag 3:
Karin zegt: Verzadigde vetten zijn gezonder dan onverzadigde vetten
Maarten zegt: Deze producten kunnen ook vitamines bevatten

Wie heeft er gelijk? Leg je antwoord uit.


Slide 24 - Diapositive

Vraag 4:
Welke manier van conserveren zien we hier?

Slide 25 - Diapositive

Vraag 5:
In ons verteringsstelsel wordt gal toegevoegd.

In welk deel van het verteringskanaal wordt gal aan het voedsel toegevoegd?
  • A. De slokdarm
  • B. De dunne darm
  • C. De dikke darm
  • D. De twaalfvingerige darm

Slide 26 - Diapositive

Vraag 6:
Een koe is een planteneter. Wat voor een soort kiezen heeft een koe?

Slide 27 - Diapositive

Vraag 6
Geef de naam van onderdeel 4?

Slide 28 - Diapositive

Vraag 7:
Kees heeft last van diarree. Dit komt doordat een van zijn organen niet goed werkt. Welk orgaan is dit?

Slide 29 - Diapositive

Vraag 8:
Wie van deze personen heeft de grootste energieverbruik?

Slide 30 - Diapositive

Vraag 9:
Wat is de naam van onderdeel 2?

Slide 31 - Diapositive

Vraag 10:
Wat is de naam van onderdeel 8?

Slide 32 - Diapositive

Kom opdrachten halen om mee te werken

Of scan de QR code

Slide 33 - Diapositive