Herhaling 1 Aarde in beweging

Herhaling 1 Aarde in beweging 

Voorbereiding toets
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling 1 Aarde in beweging 

Voorbereiding toets

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Platentektoniek betekent...
A
Dat de aardkorst bestaat uit aardplaten
B
Het bewegen van de aardplaten
C
Het bewegen van de aardkorst
D
De warmteverschillen in de aarde

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In Nederland komen aardbevingen voor als gevolg van platentektoniek.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zware aardbevingen komen vooral voor waar platen...
A
langs elkaar gaan
B
naar elkaar toe gaan
C
uit elkaar gaan

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Meerdere antwoorden mogelijk.
Vulkanen komen voor waar platen...
A
langs elkaar gaan
B
uit elkaar gaan
C
een zeeplaat onder een landplaat duikt

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke plaatbeweging ontstaat een mid-oceanische rug?
A
de zeeplaat duikt onder de landplaat
B
langs elkaar
C
naar elkaar toe
D
uit elkaar

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een tsunami ontstaat door...
A
als platen langs elkaar schuiven
B
als platen naar elkaar toe bewegen
C
als platen uit elkaar bewegen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een epicentrum?
A
De plek waar de aardbeving ontstaat
B
De plek waar je bij een aardbeving kan schuilen
C
De plek waar de aardbeving het heftigst is

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn kenmerken van de tropen?
A
Warm, weinig neerslag, veel groen
B
Koud, veel neerslag, veel groen
C
Koud, weinig neerslag, weinig groen
D
Warm, veel neerslag, veel groen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ..... het hypocentrum bij het epicentrum ligt, hoe ...... de schade van een aardbeving
A
verder weg, kleiner
B
dichter, groter
C
verder weg, groter
D
dichter, kleiner

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De landplaat duikt onder de zeeplaat dit komt omdat de landplaat dikker en zwaarder is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Plooiingsgebergten komen voor bij een botsing van...
A
twee landplaten
B
een zeeplaat en landplaat
C
twee zeeplaten

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat meet de schaal van Richter?
A
vulkaansuitbarstingen
B
tsunami's
C
aardbevingen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een mid-oceanische rug ontstaat nieuw gesteente
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk getal heeft de evenaar?
A
90
B
60
C
25
D
0

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke plaatbeweging komen de minste aardbevingen voor?
A
Als platen uit elkaar bewegen
B
Als platen langs elkaar bewegen
C
Als een zeeplaat onder een landplaat duikt
D
als platen naar elkaar toe bewegen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een afdruk of restant van een plant of dier in het gesteente, noemen we een...

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een tsunami is een gevolg van een aardbeving in zee
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaat een aardbeving in Groningen?
A
door de bewegende aardplaten
B
door de gaswinningen
C
door breuken in de aardkorst
D
door mijnbouw

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaat een aardbeving in Limburg en Noord-Brabant?
A
door de bewegende aardplaten
B
door de gaswinningen
C
door breuken in de aardkorst
D
door mijnbouw

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de oorzaak van een tsunami?
A
een vloedgolf in zee
B
een aardbeving op land
C
een orkaan
D
een aardbeving in zee

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Steenkool en aardgas ontstonden in de Nederlandse bodem toen in een ondiepe zee water verdampte

A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Als in een ondiepe zee veel water verdampt, blijft zout achter. Diep in de Nederlandse bodem zitten ook zoutlagen. Dat zijn overblijfselen uit de tijd dat delen van Nederland eruitzagen als een zoutwoestijn.
Iedere zeebeving heeft een tsunami als gevolg.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een vulkaanuitbarsting is beter te voorspellen dan een aardbeving
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederland was een zoutwoestijn.
A
320 miljoen jaar geleden
B
225 miljoen jaar geleden
C
65 miljoen jaar geleden

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet de denkbeeldige lijn die de aarde precies in twee helften verdeelt?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Steenkool is ontstaan in de periode dat Nederland.....
A
een tropisch moerasgebied was
B
een ondiepe zee was in een droog klimaat

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

320 miljoen jaar geleden was Nederland...
A
een tropisch moeras
B
een zoutwoestijn

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions