Herhaling 1 Aarde in beweging

Herhaling 1
Aarde in beweging 


Voorbereiding toets hoofdstuk 1
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Herhaling 1
Aarde in beweging 


Voorbereiding toets hoofdstuk 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

4600 miljoen jaar geleden
4,6 miljard jaar geleden

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe snel
bewegen
aardplaten?
A
Ze schuiven een aantal centimeter per jaar op
B
Ze schuiven een aantal meter per jaar op
C
Het verschilt per plaat
D
Dat is niet vast te stellen

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk gevolg van een aardbeving is het meest gevaarlijk voor mensen?
A
Trillingen
B
Instortende huizen en bruggen
C
Brand
D
Gaswolken

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk gevolg van een vulkaanuitbarsting op het land is het meest gevaarlijk voor mensen?
A
Tsunami's
B
Lava
C
As en gas
D
Magma

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

(1/2) Hoe heet
deze kaart
in de atlas?
A
Kaartenmap
B
Bladwijzer
C
Register
D
Legenda

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik je die?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk onderdeel
van de atlas
zie je hier?
A
Register
B
Legenda
C
Bladwijzer natuurlijk, duh
D
Kaartenmap

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar zul je waarschijnlijk zoeken in de atlas als ik vraag naar een kaart van Saratoga?
A
Bladwijzer
B
Register
C
Inhoudsopgave
D
Legenda

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Platentektoniek betekent...
A
Dat de aardkorst bestaat uit aardplaten
B
Het bewegen van de aardplaten
C
Het bewegen van de aardkorst
D
De warmteverschillen in de aarde

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In Nederland komen aardbevingen voor als gevolg van platentektoniek.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Meerdere antwoorden mogelijk.
Vulkanen komen voor waar platen...
A
langs elkaar gaan
B
uit elkaar gaan
C
een zeeplaat onder een landplaat duikt

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke plaatbeweging ontstaat een mid-oceanische rug?
A
de zeeplaat duikt onder de landplaat
B
langs elkaar
C
naar elkaar toe
D
uit elkaar

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een epicentrum?
A
De plek waar de aardbeving ontstaat
B
De plek waar je bij een aardbeving kan schuilen
C
De plek waar de aardbeving het heftigst is

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn kenmerken van de tropen?
A
Warm, weinig neerslag, veel groen
B
Koud, veel neerslag, veel groen
C
Koud, weinig neerslag, weinig groen
D
Warm, veel neerslag, veel groen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ..... het hypocentrum bij het epicentrum ligt, hoe ...... de schade van een aardbeving
A
verder weg, kleiner
B
dichter, groter
C
verder weg, groter
D
dichter, kleiner

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De landplaat duikt onder de zeeplaat dit komt omdat de landplaat dikker en zwaarder is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Plooiingsgebergten komen voor bij een botsing van...
A
twee landplaten
B
een zeeplaat en landplaat
C
twee zeeplaten

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat meet de schaal van Richter?
A
vulkaansuitbarstingen
B
tsunami's
C
aardbevingen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een mid-oceanische rug ontstaat nieuw gesteente
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk coördinaat heeft de evenaar?
A
90
B
60
C
25
D
0

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke plaatbeweging komen de minste aardbevingen voor?
A
Als platen uit elkaar bewegen
B
Als platen langs elkaar bewegen
C
Als een zeeplaat onder een landplaat duikt
D
als platen naar elkaar toe bewegen

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een afdruk of restant van een plant of dier in het gesteente, noemen we een...

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een tsunami is een gevolg van een aardbeving in zee
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaat een aardbeving in Groningen?
A
door de bewegende aardplaten
B
door de gaswinningen
C
door breuken in de aardkorst
D
door mijnbouw

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaat een aardbeving in Limburg?
A
door de bewegende aardplaten
B
door de gaswinningen
C
door breuken in de aardkorst
D
door mijnbouw

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Steenkool en aardgas ontstonden in de Nederlandse bodem toen in een ondiepe zee water verdampte

A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Als in een ondiepe zee veel water verdampt, blijft zout achter. Diep in de Nederlandse bodem zitten ook zoutlagen. Dat zijn overblijfselen uit de tijd dat delen van Nederland eruitzagen als een zoutwoestijn.
Iedere zeebeving heeft een tsunami als gevolg.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een vulkaanuitbarsting is beter te voorspellen dan een aardbeving
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Steenkool is ontstaan in de periode dat Nederland.....
A
een tropisch moerasgebied was
B
een ondiepe zee was in een droog klimaat

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

320 miljoen jaar geleden was Nederland...
A
een tropisch moeras
B
een zoutwoestijn

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions