Tussenwerpsels

Goedemorgen!
10 minuutjes in stilte lezen.

Nakijken huiswerk.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen!
10 minuutjes in stilte lezen.

Nakijken huiswerk.

Slide 1 - Diapositive

Tussenwerpsels

Slide 2 - Diapositive

Theorie tussenwerpsel:
Tussenwerpsel (tw) =  uitroep (hé, oef, shit) of klanknabootsing (klats; pangpang; kedengkedeng).

- Staat aan begin of einde zin​.
- Gescheiden door een komma.​

Oef, ik heb gelukkig mijn telefoon wel mee vandaag!
We moesten opdracht 3 maken voor vandaag, toch?
Bam! De deur van Justins kamer vloog met een klap dicht. 








Slide 3 - Diapositive

Theorie tussenwerpsel:
Naar betekenis kun je de tussenwerpsels indelen in woorden …


  • van bevestiging en ontkenning: ja, jawel, nee;
  • van emotie (verbazing, schrik, pijn): au, ach, hoera, bah, foei, hèhè, oei;
  • van sociaal contact: hoi, houdoe, goedenavond, halt, sorry;
  • van klanknabootsing: miauw, waf, tok(toktok), brrr, plof, tuut(tuut).










Slide 4 - Diapositive

Let op!
Sommige tussenwerpsels kunnen ook als bijwoord, werkwoord of als zelfstandig naamwoord voorkomen. 

'Heden (tw), wat is hier aan de hand?' riep moeder, toen ze de puinhoop in de woonkamer zag. 
De roman speelt niet in de middeleeuwen, maar in het heden (zn). 
Jarst van Wessen, neem je heden (bw) deze vrouw tot je wettige echtgenote?

Slide 5 - Diapositive

Hoe vind je een tussenwerpsel?
- voor of achter in de zin
- meestal van de rest van de zin gescheiden via een komma (,)
- vaak een uitroep of klanknabootsing (toktok)
- kan niet van vorm veranderen

Slide 6 - Diapositive

Voorbeeldzinnen
  •  Au, je doet me heel erg pijn!
  • Jaja, dat zegt iedereen.
  • Ik kwam net de buurman tegen en hij zei: 'goedenavond'.
  • Miauw, hoorde ik net in het donkere steegje.

Slide 7 - Diapositive

Welk woord in onderstaande zin is een tussenwerpsel?

De burgermeester zei tegen iedereen die langs liep 'goedenavond'.

A
zei
B
die
C
goedenavond
D
liep

Slide 8 - Quiz

Noem in de onderstaande zin het tussenwerpsel:

Elke keer als iemand langs loopt blaft mijn hond woefwoef.

Slide 9 - Question ouverte

In welke zin staat een tussenwerpsel? (noteer 'zin 1', 'zin 2' of 'zin 1 en zin 2')

1. Helaas hebben we verloren.
2. Helaas, we hebben verloren.

Slide 10 - Question ouverte

Welk woord in de onderstaande zin is een tussenwerpsel?

Bah, elke ochtend word ik wakker, omdat mijn hond aan het blaffen is.
A
Bah
B
blaffen
C
ochtend
D
ik

Slide 11 - Quiz

Schrijf op in welke zin een tw, een ww en een zn staat.
1. Die kat miauwt de hele dag al.
2. Zo'n gekke miauw heb ik nog nooit gehoord!
3. Miauw, zei de kat tegen de hond.

Slide 12 - Question ouverte

Wat heb je geleerd?
- In welke groepen zijn tussenwerpsels verdeeld?
- Hoe kun je tussenwerpsels vinden?
- Niet alle klanknabootsingen zijn tussenwerpsels
( werkwoorden).

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag!
Maak van blz. 33 opdr. 2 en 4.

Slide 14 - Diapositive