Tussenwerpsel

Wat is het verschil in betekenis van 'morgen'?

a Morgen schijnt er een mooie film in de bioscoop te draaien.
b ‘Morgen’, mompelde de buurman toen ik hem vanmorgen vroeg tegenkwam.
1 / 10
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolhavoLeerroute HLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat is het verschil in betekenis van 'morgen'?

a Morgen schijnt er een mooie film in de bioscoop te draaien.
b ‘Morgen’, mompelde de buurman toen ik hem vanmorgen vroeg tegenkwam.

Slide 1 - Question ouverte

Wat is het verschil van 'helaas'?

a Helaas regent het al de hele dag.
b Helaas, we zijn net te laat.

Slide 2 - Question ouverte

Tussenwerpsel

Uitroep (hé, oeps, shit)

Klanknabootsing (bam, piefpafpoef, vroem)

Slide 3 - Diapositive

au
hoi
hoera
brr
waf
goedenavond
pardon
jawel
tuutuut
hèhè
bah
bevestiging/ontkenning
emotie
sociaal contact
klanknabootsing

Slide 4 - Question de remorquage

Tussenwerpsel: vier groepen
1. bevestiging en ontkenning: ja, jawel, nee;

2. emotie (verbazing, schrik, pijn): au, ach, hoera, bah, foei, hèhè, oei;

3. sociaal contact: hoi, houdoe, goedenavond, halt, pardon;

4. klanknabootsing: miauw, waf, brr, tok(toktok), plof, tuut(tuut).



Slide 5 - Diapositive

Let op!
Soms tussenwerpsel, maar soms ook  bijwoord (bw) of zelfstandig naamwoord (zn).

Voorbeelden:

Gelukkig (tw), dit karweitje zit er weer op.
We hebben vandaag gelukkig (bw) kunnen uitrusten.
Top (tw), je hebt de toets foutloos gemaakt!
Je kunt niet zomaar de top (zn) van de berg bereiken.




Slide 6 - Diapositive

Zo herken je een tussenwerpsel
Zo herken je tussenwerpsels

Tussenwerpsels:
- zijn uitroepen en klanknabootsingen;
- staan, meestal aan het begin of einde van een zin, vaak van de rest gescheiden door een komma.

Slide 7 - Diapositive

'Zeg, zou jij die voeten van tafel willen halen?'

Maak een zin waarin 'zeg' geen tussenwerpsel is.


Slide 8 - Question ouverte

'Dat is echt geen makkelijke opdracht, hoor.'

Maak een zin waarin 'hoor' geen tussenwerpsel is.

Slide 9 - Question ouverte

Aan de slag!

H4 grammatica - tussenwerpsel
Opdracht 1 (beide), 2 (beide), 3

Slide 10 - Diapositive