Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
www.instagram.com
Slide 1 - Lien
Wat betekent s'il te plaît?
Slide 2 - Question ouverte
www.instagram.com
Slide 3 - Lien
Waarom is het une baguette en niet un baguette als je 1 baguette wilt bestellen?
Slide 4 - Question ouverte
la prononciation
la grammaire - delend lidwoord
Le but: à la fin de ce cours:
weet ik hoe de g op 2 manieren wordt uitgesproken
weet ik wat het delend lidwoord is in het Frans en kan ik het toepassen
Slide 5 - Diapositive
La prononciation
exercice 11
Slide 6 - Diapositive
La grammaire
Lidwoord
Delend lidwoord
Slide 7 - Diapositive
Lidwoord
Mannelijk enkelvoud le un
Vrouwelijk enkelvoud la une
Woorden met klinker/stomme h l' un/une
Woorden in het meervoud les des
Slide 8 - Diapositive
Vertaal: de stokbroden "..... baguettes"
A
les
B
des
Slide 9 - Quiz
Vertaal: een salade (... salade)
A
une
B
un
C
le
D
la
Slide 10 - Quiz
Vertaal "de man" (... homme)
Slide 11 - Question ouverte
DELEND LIDWOORD
Wanneer gebruik je het?
Als de hoeveelheid van iets onbekend is
x vrienden - des amis
x meisjes - des filles
Slide 12 - Diapositive
Mannelijk enkelvoud
Vrouwelijk enkelvoud
Woorden met klinker/
stomme h
Woorden in het meervoud
du
de la
de l'
des
Delend lidwoord
blz 62
Slide 13 - Diapositive
DELEND LIDWOORD
Ik wil brood.
Weet je hoeveel?
Je veux du pain.
Slide 14 - Diapositive
DELEND LIDWOORD
Ik wil jam.
Weet je hoeveel?
Je veux de la confiture.
Slide 15 - Diapositive
DELEND LIDWOORD
Ik wil water.
Weet je hoeveel?
Je voudrais ......eau.
Slide 16 - Diapositive
DELEND LIDWOORD
Ik wil water.
Weet je hoeveel?
Je voudrais de l'eau.
Slide 17 - Diapositive
DELEND LIDWOORD
Ik wil appels.
Weet je hoeveel?
Je veux....pommes.
Slide 18 - Diapositive
DELEND LIDWOORD
Ik wil appels.
Weet je hoeveel?
Je veux des pommes.
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
DELEND LIDWOORD
Na woorden die wel een hoeveelheid aangeven, gebruik je het woordje 'de'. Behalve bij telwoorden (deux, trois, etc) Na een ontkenning gebruik je ook het woordje 'de'. Dat zijn dus zinnen met ne....pas.
Slide 21 - Diapositive
DELEND LIDWOORD
Ik wil een kilo boter.
Weet je de hoeveelheid?
Je veux un kilo de beurre.
Slide 22 - Diapositive
DELEND LIDWOORD
Ik wil een pot jam.
Weet je de hoeveelheid?
Je veux un pot de confiture.
Slide 23 - Diapositive
DELEND LIDWOORD
Ik wil een liter water.
Weet je de hoeveelheid?
Je veux un litre d'eau.
Slide 24 - Diapositive
DELEND LIDWOORD
Ik wil een kilo aardbeien.
Weet je de hoeveelheid?
Je veux un kilo de fraises.
Slide 25 - Diapositive
DELEND LIDWOORD
Bij telwoorden gebeurt er niets.
Je veux deux pains.
Je veux quatre bananes.
Slide 26 - Diapositive
DELEND LIDWOORD
Ik wil geen brood.
Met ne....pas?
Je ne veux pas de pain.
Slide 27 - Diapositive
DELEND LIDWOORD
Ik wil geen jam.
Met ne......pas?
Je ne veux pas de confiture.
Slide 28 - Diapositive
Je voudrais ......... cérises (kersen).
A
de
B
les
C
des
Slide 29 - Quiz
Je veux 500 grammes ..... bananes.
A
de
B
du
C
des
D
de la
Slide 30 - Quiz
Je ne veux pas ......... pommes.
A
de
B
des
C
les
D
de la
Slide 31 - Quiz
Je voudrais une bouteille ..... coca.
A
du
B
de
C
le
Slide 32 - Quiz
Tu prends ....... eau?
A
de
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 33 - Quiz
100 grammes ...... fromage, s.v.p.
A
du
B
de la
C
de l'
D
de
Slide 34 - Quiz
Je ne prends pas .......limonade.
A
de
B
du
C
de la
D
des
Slide 35 - Quiz
Les devoirs
Vrijdag: maken 16c, 16d blz 62, 63
Leren: apprendre 6
Slide 36 - Diapositive
les devoirs - delend lidwoord
le vlog - instructie
werken aan de vlog
Le but: à la fin de ce cours:
Kan ik het delend lidwoord in het Frans toepassen
Weet ik wat er van mij verwacht wordt bij het maken van een vlog